Dit zijn VIJF veel gemaakte fouten tijdens het vissen op poldersnoek!

Wat is er nou Hollandser dan snoeken in de polder? Toegankelijk, veel snoek en er is weinig tijd nodig. Toch zien wij het nog vaak genoeg gebeuren dat mensen niet het maximale eruit halen! Hier zijn vijf veel gemaakte fouten en lees je hoe je ze niet meer maakt!

Fout 1> Je eigen kantje overslaan

Wat bedoelen we hier dan mee? Nou, er zijn altijd twee oevers van een sloot. Vaak gooien vissers naar de overkant en halen het aas binnen zonder al te veel na te denken en lopen dan weer verder. Waarom zou een snoek alleen aan de overkant liggen en niet vlak onder je voeten? Je gaat snoeken afschrikken en dus missen wanneer je niet even een worpje maakt langs eigen kant voordat je er gaat lopen.

Waarom niet je eigen kant uitvissen? Kijk eens wat een mooie begroeiing er staat! FOTO: Ewout Visscher

Ook zijn diagonale worpen beter dan rechte worpen naar de overkant. Zo bestrijk je meer water in een worp en vis je wat efficiënter. Ook blijft je aas langer in de strike zone van beide oevers omdat je schuin vist. Hierdoor heb je op een worp ook meer kansen op succes. Nog een reden om eerst je eigen kant uit te vissen, is om snoeken die verder weg liggen niet af te schrikken. Wanneer jij namelijk eerst een snoek aan de overkant van de sloot vangt en je haalt deze binnen, dan schrik jij mogelijk een snoek die vlak bij je voeten ligt af. Vang je eerst de snoek onder je eigen kant, is de kans groter dat de snoek aan de overkant nog zin heeft om te bijten.

Fout 2> Te hard door het land banjeren

Dit sluit ook mooi aan op de eerste fout. Je schrikt snoeken af onder je eigen kant wanneer je er langs loopt, vandaar dat je het beste ook eerst even je eigen kant uit kunt vissen. Veel geluid schrikt snoeken af, zeker in rustige polders waar voetstappen door het weiland keihard door dreunen. Maar ook hard praten en roepen kan in je nadeel werken, zeker op wateren waar snoeken het klappen van de zweep kennen.

Die zachte oevers lijken zacht, maar je voetstappen komen harder door onder water dan je denkt.

Wees dus heel bewust van je bewegingen als je een stek nadert. Je hoeft echt niet volledig in camouflage op je buik ernaartoe te tijgeren, maar probeer bijvoorbeeld net even wat meer afstand van het water te bewaren, of als het kan op het asfalt van de weg te lopen. De kans is dan groter dat de snoek jou minder snel in de gaten heeft of hoort/voelt. Dit gaat je echt meer vis opleveren.

Fout 3> Geen polaroid dragen

Nog zoiets waardoor je echt meer gaat vangen: een polaroid bril. Een goede bril neemt namelijk de schittering in het water weg. Hierdoor kun je veel beter zien of je een volger hebt, waar planten staan of hoe diep het bijvoorbeeld is. Er gaat letterlijk een wereld voor je open. Als je namelijk niet door hebt dat je een volger hebt, dan kun je er ook niet op anticiperen…

Zien volgen en anticiperen, zonder bril hadden we deze niet gezien.

Ook kun je aasvis zien zwemmen eventueel. Kortom, je krijgt een stuk meer informatie met bril dan zonder bril. Het belang wordt soms nog een beetje onderschat door beginnende vissers, maar je ziet ervaren snoekvissers niet voor niets met een bril vissen, zelfs met bewolkt weer. Ook is het goed voor de veiligheid. Met dat rondslingerende kunstaas beschermt het je ogen, wel zo fijn toch?

Fout 4> Op de automatische piloot vissen

Poldersloten zijn lang en veel stukken zijn ‘saai’. Nu kun je heel de sloot uitvissen… Zeker, maar doe dit dan snel. Blijf nadenken welke spots meer tijd en worpen nodig hebben. Maar spendeer ook niet teveel tijd! Maximaal tien minuten op een hotspot is meer dan genoeg. Het leren timen komt met ervaring, vandaar dat we je in het begin aanraden je absoluut niet vast te bijten in één of twee bruggetjes bijvoorbeeld.

Wissel ook af en toe eens van kunstaas als je een tijd geen beet krijgt.

Vind je een bruggetje, een splitsing, een lelieveld of wat dan ook, maak dan wat extra worpen. Wissel eventueel na vijf worpen van kunstaas en probeer het dan opnieuw. Is het na tien minuten bij een splitsing of bruggetje niets? Ga dan verder en denk goed na waar de volgende kan liggen. Als snoek actief is, laat deze zich snel zien, dus blijf niet te lang hangen en blijf nadenken waar ze eventueel kunnen verstoppen en focus je vooral op die plekken.

Fout 5> Niet durven pionieren

Wat we ook vaak zien en dat geldt niet alleen voor snoek, is dat vissers te makkelijk naar de bekende plekken gaan. Deze plekken zijn druk en de kans bestaat dus dat er al iemand voor jou is geweest of dat de vis gewoon door heeft dat ze daar niet meer moeten zijn. Durf eens op onderzoek uit te gaan… Niets vangen is ook informatie. Ga eens naar een sloot die bijvoorbeeld met de auto lastig bereikbaar is, of verder van de parkeerplaats af ligt.

Lastig begaanbare oevers trekken minder vissers aan, tijd om je kansen te pakken dus!

Echt, het is een wereld van verschil als je een water treft waar weinig vissers komen. Vissen draait toch om de jacht, het puzzeltje en de voldoening als de puzzelstukjes eindelijk in elkaar vallen! Elke blank ben je weer een stapje dichterbij je droomvis of je droomsessie. Denk je dat de ervaren rotten nooit blanken? Sterker nog, deze vissers hebben uren van hun leven gespendeerd zonder ook maar enige aanbeten, op zoek naar die ene spot om de meute voor te zijn.

Veel succes Roofmeisters in jullie zoektocht naar poldersnoeken! Als jij rekening houdt met deze tips, dan ga jij komende tijd sowieso succes hebben!