Jerkbaiten, hoe moet dat?

14/02/2019
Jerkbaiten, hoe moet dat?

Net als zoveel roofvistechnieken is ook het jerkbaiten uit de VS over komen waaien. Toch duurde het even voordat als een bom in sloeg in de Benelux. Vandaag de dag is deze vistechniek voor snoekvissers niet meer weg te denken. Niet zo gek, behalve het feit dat snoek maar wat getriggerd wordt door dit van links naar rechts uitslaande kunstaas, zijn de aanbeten hartverzakkend!

Door Sjoerd Beljaars

Jerkbaits zijn er in allerlei soorten en maten, maar het best kun je ze onderverdelen in 3 categorieèn.

Suicks, vrijwel de bekendste onder de zagers. Foto door: EsoxOnly

In hoofdzaak heb je op het gebied van hardbaits twee verschillende manieren van binnen draaien, uitzonderingen daar gelaten. Zo is er het lineair binnen draaien, denk aan pluggen, spinners, spinnerbaits, etc. Feitelijk zijn dit crankbaits, ofwel kunstaas dat actie van zichzelf heeft. Zodra je ze binnendraait, vertonen ze hun verleidelijke actie, maar dit in een rechte lijn.

Hybride jerkbait met die killing onvoorspelbare actie. 

De Manta, de overtreffende trap van een glider…

De Salmo Sweeper, hetzelfde als de Manta, maar dan minder. 

Een enorm verschil ten opzichte van jerkbaits. Bij jerkbaits is het de bedoeling dat de roofvisser zelf actie geeft aan het kunstaas. Dit door middel van korte rukjes met de hengel, vandaar de term ‘jerken’ 😛 In plaats van in een monotone lijn beweegt dit kunstaas met een wijd uitslaande actie door het water, van links naar rechts schietend.

Welke jerkbaitvisser heeft nu niet die Buster Jerk van Strike Pro?

De actie van een jerkbait wordt ook wel walk-the-dog genoemd. Verwarrend, want je zou denken dat dit iets met het uitlaten van een hond te maken heeft. Niets is minder waar dan dat. Het heeft alles van doen met een salamandersoort uit de VS die zich zigzaggend in het wateroppervlak beweegt en een geliefkoosde prooi is van de black bass. De eerste jerkbaits (vermoedelijk in de jaren 80) waren dan ook topwaters en bedoeld voor de oppervlakte visserij.

Vrijwel meteen kon men constateren dat deze actie als een magneet op roofvis werkte. Het van links naar rechts wegschieten heeft veel weg van een nerveuze prooivis, die gevaar voelt. En als vanzelf evolueerde dit kunstaas zich in de breedte. Met andere woorden passeerde er allerlei formaten de revue, vormen, gewichten en kwam er zelfs verschillende types op de markt.

Bijvangst van snoekbaars op een Salmo Sweeper.

Hetzelfde verhaal met baars op een Big Bandit van Strike Pro. 

Soms loopt het wel heel raar, met op deze foto een roofbrasem in de bek gehaakt met een Hell Hound. 

Wat dat laatste betreft zijn er feitelijk drie soorten te omschrijven. De meest algemene is de glider, een jerkbait die mooi van links naar rechts door het water snijdt. Dan de hybride jerkbait, kunstaas met een heel onvoorspelbare actie. Naar links, nog een keer links dan over de kop, schuin rechts naar boven etc. Als laatst de zager op diver, een drijvende jerkbait die met een ruk onder water getrokken wordt, waarna het kunstaas waggelend naar boven komt, vaak het moment waarop de aanbeten volgen. We zullen ons in dit artikel met name op gliders richten.

Als het koud is dan is het raadzaam om de jerkbait langzamer binnen te vissen. 

Qua materiaal is er van alles mogelijk, maar over het algemeen heb je het over een hengel van ca. 1,90 meter. Dit omdat je de rukken met een neerwaarts beweging maakt. Verder kun je denken aan een werpgewicht van ongeveer 80-100 gram, afhankelijk van het kunstaas dat je gaat inzetten. In de meeste gevallen wordt er vaak gekozen voor een werpreel, gevuld met minimaal 18/00 dyneema, liefst nog dikker, dit ook weer afhankelijk van het te kiezen kunstaas, maar ook in hoeverre er sprake is van obstakes en/of waterplanten. Nylon kan maar gevlochten lijn is veel meer geschikt. Het is de bedoeling dat je goed contact houdt met het kunstaas en daarbij werkt de rek van nylon niet bepaald in je voordeel.

Geen concessies

Liever doe je geen concessies aan de hoofdlijn. Dat geldt feitelijk sowieso bij het vissen op snoek. Nog niet eens vanwege het feit dat echt grote snoek flinke runs kan maken, maar ook biedt het je de nodige power om ze weg te halen bij obstakels. Verder is snoek een kwetsbare roofvis en is het zaak de dril niet onnodig lang te laten duren. Bovendien vis je op snoek relatief grover dan op andere vis en ben je met een dunnere lijn niet tot nauwelijks in het voordeel.

De ondiep lopende versie van de Buster Jerk, de Shallow Runner. 

Dan het actie brengen in de jerkbait, iets dat hoe dan ook oefening nodig heeft. Ga je het voor het eerst proberen, zoek dan een lekker helder water uit, waarbij je de jerkbait goed zijn beweging kan zien maken. Deels kent de jerktechniek de nodige vuistregels, in hoofdzaak is het een visserij dat uiteindelijk een automatisme moet worden. Na het inwerpen, laat je –indien noodzakelijk-  de jerkbait zakken naar de gewenste diepte. Vervolgens is het een spel van de jerkbait met rukjes binnenvissen, de overtollige lijn die ontstaat bij het tikken, draai je tegelijkertijd binnen. Feitelijk heb je continu contact met het kunstaas.

Aanrader voor de beginnend jerkbaitvisser, de Westin Swim. Een jerkbait waar je nauwelijks iets verkeerds mee kunt doen. 

Hetzelfde geldt voor de Spro Rapper. 

Natuurlijk zijn er allerlei variaties denkbaar, wat deels samenhangt met de jerkbait zelf. De ene glider is anders gezegd de ander niet. De een kun je super ver van links naar rechts laten uitslaan; de ander moet het weer hebben van een nerveus kort zigzaggende actie. Heb je het jerkbaitvissen onder de knie, probeer dan eens te variëren. Vergeet vooral niet de zogenaamde spinstops; de jerkbait tijdens het jerken even stil laten hangen kan echt killing zijn. Sterker nog, dit is vaak het moment voor snoek om toe te slaan. Vis je op helder water en niet al te diep dan kun je bovendien de aanbeet zien. Spektakel ten top! Elke keer weer.

Sjoerd Beljaars