Antwoord op al je dropshot vragen – Experts aan het woord

21/02/2019
Antwoord op al je dropshot vragen – Experts aan het woord

De dropshot rig, eigenlijk dè montage die je nodig hebt als je wilt beginnen met snoekbaarsvissen. Geen rig waarmee je eenvoudiger kennis kunt maken met vadertje glasoog. Maar ook voor de gevorderde roofvisser kan het een dodelijke techniek zijn. Roofmeister vroeg het aan 3 experts: Bart van de Walle, Sander Paans en Simon Torenbeek.

Door Team Roofmeister

 

Sander gebruikt de dropshot rig met name als de vis geconcentreerd ligt.

Wanneer zet jij de dropshot rig in? Wanneer is hij volgens jou echt van toegevoegde waarde?

Sander: Ik zet de dropshotrig in als de vis geconcentreerd ligt en zich niet verplaatst, bijvoorbeeld wanneer een school baarzen op een bepaalde plek blijven liggen. Door te vissen met de dropshot rig ben je in staat om het aasje continue in de buurt van de roofvis aan te bieden zonder deze te verplaatsen. Snel plekken afzoeken is er niet bij, maar wel het rustig afvissen van interessante hotspots.

Simon: Ik gebruik de dropshotmontage op twee manieren:
-Als ik met een steunhengel vis, bijvoorbeeld vanuit de bellyboat. Vaak vis ik werpend met een hengel in de hand en zet ik een lange hengel in de steun met een dropshotje. Ik zorg er dan voor dat de afstand tussen loodje en haak flink is (lees: +/- 50 cm). Ik breng de dropshot rig op diepte en geef flink wat meters lijn bij. Hierdoor weet ik zeker dat het loodje op de bodem ligt, ook als ik langzaam vaar en dieptes veranderen. Vaak vis je dan met een vrij schuine lijn en om dan je aas niet te dicht op de bodem te presenteren (ook met kans op vastzitten) gebruik ik een vrij lange lijn onder het aas.

 

 

-Werpend op compacte hotspots. Als er compacte plekken zijn waar ik roofvis verwacht, bijvoorbeeld duikers, meerpalen of bruggen, gebruik ik graag de dropshot rig. Voornamelijk in de koude maanden. Het is algemeen bekend dat de roofvis te verwachten is op dit soort spots en met de dropshot rig vis je super efficiënt zo’n hotspot af. Je kunt zelfs het loodje gewoon op de bodem zetten en alleen een beetje tikken met een slappe lijn. Zo presenteer je je aas super traag en onweerstaanbaar op de plekken waar de vis zich ophoudt, echt een voordeel ten opzichte van de normale loodkop.

Foto van Simon. Soms kan de dropshot rig een schot in de roos zijn.

Bart: Als de snoekbaarzen passief zijn en ik langzamer wil vissen dan met een hele lichte loodkop pak ik een dropshotrig erbij. Waar ik de loodkop eigenlijk altijd met de stroom mee vis, vis ik een dropshot altijd tegen de stroom in en kan deze op die manier jojoënd binnen vissen. Door lijn te geven beweegt de shad een aantal tientallen centimeters en daarna kan deze weer rustig binnen gevist worden zonder dat het lood zich verplaatst. Op die manier kan je een stek heel secuur uitvissen. Bij voorkeur gebruik ik voor deze manier een shad met een kleine twisterstaart. Deze shads hebben maar weinig snelheid nodig om toch actie te vertonen.

Bart van de Walle, veel roofviswedstrijden gewonnen en de dropshot rig was zeker onderdeel van zijn arsenaal aan technieken.

Ook gebruik ik een dropshot wanneer ik strak tussen de wal en het schip wil vissen of heel precies op de vierkante centimeter bij bijvoorbeeld fietswrakken. Doordat het lood incl lijn en aas altijd in een rechte lijn naar beneden gaat voorkom je vastzitten. Een jig gaat vaak dwarrelen en blijft niet genoeg op zijn plek. Hiervoor gebruik ik vaak kreeftimitaties of pintails. Baars is bij deze manier van vissen de beoogde vissoort.

Zanderrr voor Simon op een roze dropshotshad, eigenlijk weer een tip van Zander Paans. 😛

Hoe belangrijk is de juiste hengel?

Bart: Net als met alle andere technieken is ook bij het dropshotten een geschikte hengel onontbeerlijk. Voor het vissen onder bruggen of op iets grotere afstand gebruik ik een iets strakkere blank dan wanneer ik onder het kantje vis. De aanbeten van snoekbaars zijn over het algemeen als een felle tik op de top te herkennen, waarop gelijk de haak gezet kan worden. Bij het vissen onder de kant op baars kunnen de aanbeten soms wat twijfelachtig zijn en gebruik ik een hengel met een zachtere top om zo de aanbeet beter te kunnen timen.

De drie dropshot cracks zijn het er zo goed als over eens dat de hengel strak moet zijn met een wat zachter top.

Sander: Wanneer je besluit om je zelf te gaan specialiseren in een bepaalde techniek dan is de aanschaf van een hengel die hierop gebaseerd is van belang. Zelf ben ik in de gelukkige omstandigheid dat ik diverse hengels tot mijn beschikking heb door mijn sponsor. Voor deze tijd kies ik voor een hengel die allround is, dus een 270 cm spinhengel waarmee ik met shads kon gooien, maar waarmee ik ook kan dropshotten. Wel kies ik voor een hengel met een snelle actie en een gevoelige top. De molenhouder moet bovenop kort genoeg zijn zodat ik mijn wijsvinger op de blank kan leggen voor een beter gevoel.

Sander: “Durf met een beetje slack te dropshotten.”

Simon: Het is wel belangrijk om de juiste hengel voor de juiste situatie te hebben. Als ik op kleine hotspots vis gebruik ik vaak een korte hengel (+/- 2 meter lengte). Dit omdat het dan voornamelijk korte worpjes zijn, vaak onder bruggen of obstakels en dan zit een lange hengel alleen maar in de weg. Vanuit de bellyboat vis ik de dropshot in de steun graag met een wat langere hengel (+/-  2,4 meter lengte). Dan heb ik graag dat die montage ver van me af gepresenteerd wordt zodat ik er met mijn handhengel het minste last van heb of mee in de knoop kan raken. Een gevoelige hengel is vooral heel belangrijk. Aanbeten kunnen soms voorzichtig zijn en dan is het zaak om ook die beten goed te registreren. In principe kun je met elke hengel dropshotten, maar als je je setup afstemt op de situatie ben je veel efficiënter bezig.

 

Tip van Simon: “Wil je wat grotere vissen pakken, kies je shads dan ook gerust wat groter!”

Wat zie je mensen vaak verkeerd doen bij het dropshotten?

Simon: Te klein aas gebruiken. Dat kan natuurlijk prima als je gericht op aantallen vissen / kleine baars vist. Maar in mijn visserij vis ik graag met softbaits tussen de 8 en 13 cm op de dropshot. In mijn ogen moet het aas wel de moeite waard zijn voor de rover om in de aanval te gaan. Jij pakt toch ook liever een Double Whopper dan enkel één frietje? 😉

Sander: Als beginnende dropshotter is de techniek even wennen, zeker om met een slappe lijn te gaan vissen. Mensen willen contact houden met hun loodje, maar dit is zeker niet nodig. Wanneer het aasje aan een relatief slappe lijn wordt gevist komt er meer actie in. De vis zuigt een gewichtsloos aasje naar binnen en dit voel je als een tik op de top. Niet te missen! Daarnaast zou ik ook niet te snel vissen, een aasje mag best enige tijd op een plek (stil) hangen voordat het verplaatst gaat worden.

Dropshotten met de hengel in pistoolgreep? Niet doen volgens Bart, je gaat aanbeten missen.

Bart: Het gebruiken van een pistoolgreep (hand om de voet van de molen) vind ik een veelgemaakte fout. Op deze manier heb je minder controle over je hengel, komt de aanbeet minder door en is er altijd een moment van spanningsverlies op de lijn omdat de hengel moet worden overgepakt. Het voelt misschien stabiel en comfortabel aan, maar het kost je gewoon vis. En dat kan niet de bedoeling zijn.

Waar moet een goede dropshotshad aan voldoen?

Sander: Allereerst moet deze soepel zijn zodat hij kan dubbelvouwen in de bek van een vis. Er wordt immers met maar één haak gevist dus die moet goed in de bek komen. Zelf vis ik graag met relatief slanke shads met een V-staartje of een puntje met een lengte tussen de 7 en 9 cm. Dropshotten met schoepstaartjes doe ik eigenlijk zelden of nooit, ik heb het idee dat deze minder attractief zijn wanneer de shad stil hangt in het water. Voordeel van een soepele softbait is dat deze ook mooi beweegt onder water.

Een goede shad moet volgens Sander zacht zijn, zodat hij makkelijk dubbel kan vouwen in de roofvisbek bij een aanbeet.

Simon: Hij moet goed te riggen zijn op een dropshothaak, dus niet té hoog profiel koppie hebben. Verder kun je haast elke shad wel dropshotten, al zie je wel het vaakst de slanke modellen met V-staart of kleine schoepstaart op de dropshot rig. Dit is dan ook direct het leuke aan de dropshotrig, je kunt alles proberen te dropshotten! Flinke schoepstaart shads, curltails, creature baits. The sky is the limit en over het algemeen kun je overal wel aanbeten op verwachten!

Bart: Zoals ik al eerder aangaf moet een shad bij weinig snelheid al een vorm van actie hebben. Twisterstaarten van zacht materiaal zijn daar bij uitstek geschikt voor. Ook kreeftimitaties met uitstaande pootjes die zachtjes vibreren zijn erg goed te gebruiken. In de winter gebruik ik ook vaak pintails die ik dan met korte tikjes actie meegeef.

Begin je met dropshotten, kies dan niet voor te lichte loodkopjes. Dat kan later altijd nog… Tip van Simon.

Heb jij nog speciale trucs met betrekking tot de dropshotrig?

Bart: Ik gebruik graag een haak met een wijde bocht en dunne draad. Door de shad door de neus te haken heeft deze de meeste vrijheid en blijft er voldoende haakbocht over om goed vlees te kunnen pakken bij het aanslaan. Ook kies ik voor een soepele en dunne gevlochten hoofdlijn. PE lijnen zijn hier het meest geschikt voor. Doordat deze uit meerdere strengen bestaan zijn deze soepelere dan lijnen met 1 kern. Hierdoor kun je verder werpen, is de lijn minder windgevoelig en een aanbeet kun je beter registreren met een gestrekte lijn, dan met een lijn die in een wokkel richting je aas loopt.

Simon: Voor beginnende dropshotters is het altijd een goed idee om met een vrij zwaar loodje te vissen. Omdat je aas toch nagenoeg gewichtsloos in het water hangt, maakt het gewicht van je loodje niet super veel uit. En een wat zwaarder loodje zorgt er wel voor dat je altijd goed contact houdt met de bodem. Probeer in de winter traag te vissen en bij iets hogere watertemperaturen mag je gerust wat sneller vissen. Variatie is the key to success!

Dropshot is ideaal voor beginners, maar net zo goed effectief voor de gevorderde roofvissers, die er nog van alles aan kunnen finetunen.,,

Sander: Niet zo zeer een speciale truc, maar wel een leuke tip. Kleuren blijven altijd een persoonlijke keuze, maar ik heb wel gemerkt dat de kleur roze er soms uitspringt qua vangsten. Er is al een tijdje een trend gaande om zo licht en zo dun mogelijk te vissen met ultra lichte hengels en zelf vind ik dat soms ook erg leuk. Toch zou ik op bepaalde wateren, zoals rivieren, niet snel kiezen voor een lichte fluorocarbon onderlijn. Voor mij is 31/00 dan wel het minimum en soms kies ik juist voor een dikkere 41/00 lijn om meer stijfheid in de onderlijn te brengen.