Is het alweer tijd om met dood aas aan de gang te gaan?

14/11/2023
Is het alweer tijd om met dood aas aan de gang te gaan?

Het koelt weer aardig af en de herfst heeft nu echt goed zijn intrede gemaakt. Veel wind en regen maken het vissen er niet prettig op, maar daar deinzen wij niet voor terug. De ‘r’ zit al weer een tijdje in de maand, maar is dat nu gegeven startschot voor het vissen met dood aas? We vroegen het Serge Sonneveldt, die daar inmiddels mee gestart is.

Door Serge Sonneveldt

Als ik naar buiten kijk, regent het wederom en er staat windkracht vijf… Niets bijzonders voor eind oktober, maar wat wel bijzonder is: het is gewoon vijftien graden buiten. De nachten zijn nog warm, de temperatuur komt eigenlijk al weken niet onder de tien graden uit.

Vanaf september begin ik al met dood aas; effectief is het niet altijd maar ik heb geen geduld!

Waar ik tien jaar geleden mijn beste resultaten behaalde met dood aas in de maanden oktober en begin november schuift dit langzaam op naar december en de eerste weken van januari. Op zich niet erg, maar geduld hebben om met dood aas te vissen is niet mijn sterkste kant. Dus ben ik er eigenlijk al vanaf eind september mee bezig.

 

Wisselvallige vangsten

Vang ik momenteel dan al goed? Het antwoord is nee, maar ik vind het spelletje veel te leuk om dit uit te stellen totdat het kouder wordt. Zo was ik drie weken geleden in een polderstelsel waar ik normaal rond deze tijd altijd enorm goed vang met dood aas. Na een dag vissen stond de teller op twee snoeken, voor dat water erg matig en je kon zien dat de witvis nog erg verspreid lag en de snoek dus ook. Vorige week ben ik terug gegaan naar hetzelfde polderstelsel met mijn neef en vielen we met onze neus in de boter en wisten we dertien snoeken te vangen in zes uurtjes vissen.

Soms val je met de neus in de boter, maar vaak genoeg is het ook hard werken voor weinig.

Zo zijn er ook stekken hier in de buurt waar je weet dat het een kwestie van tijd is dat de rovers arriveren. Maar wanneer zijn ze er? De enige manier om hier achter te komen is om te gaan en uren te maken! Elke keer als je gaat, houd je nauwlettend alles in de gaten als je op de beoogde stek aankomt. Zie je tekenen van witvis, futen, aalscholvers etc.? Want eerlijk gezegd, ik wil het liefst de eerste zijn als de roofvissen arriveren. Nu is dat tegenwoordig niet meer zo makkelijk want geen stek lijkt meer veilig tegenwoordig, helemaal nu het aantal vissers de afgelopen jaren flink is toegenomen en je foto’s met de loep worden bekeken om je stek te achterhalen.

Ik vis vaak in het donker om drukte te mijden.

Daarom vis ik de laatste jaren veel ’s avonds in het donker. Je krijgt wellicht wat minder aanbeten als op een ochtend of in de namiddag, maar de kans is groter dat je de stek voor jezelf hebt en je hebt minder toeschouwers bij een mooie vangst ;-).

 

Hoe zou het toch komen…

Maar geen één seizoen is hetzelfde en dat maakt het vissen met dood aas zo uitdagend. Waar ik vorig jaar op een stek enorm goed ving in september, heb ik er nu al drie keer voor niks gezeten en dan kun je je afvragen of de vis daar nog wel komt… Het zou gek zijn als dit niet het geval is,  want jarenlang vang ik daar goed in dezelfde periode. Maar zoals eerder vermeld, het schuift allemaal wat op door de temperaturen die lang hoog blijven en sommige stekken kunnen ook gewoon een jaar weinig tot niets produceren.

Geen seizoen hetzelfde, maar dat maakt de voldoening alleen maar groter.

Bijna dagelijks kijk ik in deze periode naar de weersvoorspelling en dan vooral of het al wat kouder wordt de komende weken. Echter, vooralsnog blijven de temperaturen hoog voor het jaar. Zo zag je vorig jaar dat in de meeste havens de witvis ontbrak of maar mondjesmaat aanwezig was en dus ook de bijbehorende rovers. Komt dit dan enkel door de hogere temperaturen? Of mijdt de witvis de havens omdat zij daar een makkelijker doelwit zijn geworden voor aalscholvers en blijven zij in de winter hierdoor op de grote diepe plassen hangen? Heerlijk al die theorieën, voor iedere roofvisser herkenbaar, net als met luchtdruk, windrichting, etc. Toch vind ik het heerlijk om over na te denken en het er over te hebben met mijn vismaten.

 

De rivier biedt redding

Nu mijn reguliere stekken niet optimaal lopen, ga ik wat meer dood azen op de rivier. En wat is dat enorm effectief! Op een avond krijg ik samen met mijn vismaat zeker een aanbeet of tien. Veelal snoekbaars, maar soms loopt er ook een dikke riviersnoek tussendoor. Veel sterker dan op de rivier wordt een snoek niet, wat een enorm geweld en harde runs…. De bouw van deze vissen, enorm massief en vaak puntje gaaf en een bek vol tanden. Je hebt soms het idee dat sommige riviersnoeken nog nooit gevangen zijn, zo perfect lijken ze.

De rivier is een mooie plek om naartoe te gaan, maar wel uitdagend.

Natuurlijk komt er een andere aanpak bij kijken qua materiaal. Je vist zwaarder en met langere onderlijnen i.v.m. de stenen en mossels. Het eerste jaar dat ik op de rivier ging dood azen was het vooral veel materiaal verliezen, uitvinden welk getijde het beste is en op welke plek ga je vissen. Maar dat maakt het juist enorm uitdagend. Samen met mijn vismaat hebben wij nu een aantal stekken gevonden waar we gewoon garantie op vis hebben als we een avondje gaan.

Niet de grootste, maar echt een hoop plezier.

Het zijn echt niet altijd de grootste vissen maar de aanbeten zijn waanzinnig! We vissen statisch met een gram of 90 aan lood, daaronder een lange fluorocarbon onderlijn van 80- of 90/00 en een enkel dregje, maatje vier of zes. Als aas gebruiken we voorns variërend van 10 tot 15cm. De dreg prikken we door de neus van de voorn, zodat de voorn zich zo natuurlijk mogelijk in de stroming voortbeweegt.

 

Scherp blijven

We hebben ook al met grotere aasvissen gevist, maar we krijgen tot nu toe minder aanbeten en we hebben veel meer missers. Dit komt vooral door de aanwezigheid van veel ‘kleinere’ snoekbaars tot een centimeter of 70.

De meeste aanbeten zijn van kleinere snoekbaarzen, maar dan nog is snel slaan belangrijk.

De aanbeten kun je trouwens niet vergelijken met stilstaand water, vooral de aanbeten van snoekbaarzen. Doordat de aasvis aan de lange onderlijn door de stroming lekker ‘zweeft’ boven de bodem, wordt deze gruwelijk hard aangevallen. Dit natuurlijk ‘zweven’ van de voorn komt overigens doordat wij de zwemblaas niet door prikken van de voorns. We hebben tevens gemerkt dat we ook minder aanbeten krijgen als de aasvis op de bodem ligt.

Dit slag vis knalt er zo hard op…

Door de enorme harde aanbeten zitten we altijd vlak bij de hengels en slaan we gelijk aan na een aanbeet. Wacht je te lang dan laat de snoekbaars ook sneller los. Doordat je veel lijn uit hebt staan in de stroming is de weerstand groot en wordt de aasvis net zo makkelijk weer uitgespuugd. Daarnaast heb je op deze manier ook minder kans op slikkers. Ben je nou nog nooit wezen dood azen op de rivier, dan zou ik dit zeker eens proberen. Het is echt een mooie visserij en vooral op de stekken die druk bevist worden met kunstaas vaak enorm effectief!

 

De temperaturen zijn inderdaad lang hoog gebleven, maar ze zijn rap aan het zakken momenteel. De rivier lijkt the place to be 🙂 Doe je voordeel met dit artikel! Klik HIER voor de Instagram van Serge.