Statisch snoekvissen met dood aas – Welke dieptes en succevolle tactieken

05/01/2021
Statisch snoekvissen met dood aas – Welke dieptes en succevolle tactieken

Hierbij deel II van de driedelige serie van Thimon Dokter over statisch vissen met dood aas op grote snoek. In deel I, klik HIER, beschreef hij zijn visie op voorvoeren op snoek en de beste snoekstekken. Nu aandacht voor de beste dieptes en succesvolle tactieken. 

Klik HIER voor deel 3 over materialen, takels en aasvissoorten. 

Vorige keer, klik HIER, vertelde ik dat het kan lonen om voor te voeren op snoek. Natuurlijk kun je ook zonder aan de slag, ofwel instant, zoals ze dat in de karperscene noemen. Ga je dit doen dan is de locatie extra belangrijk voor die visdag.

Ga je instant en wil je succes dan is de stek extra belangrijk.

Je moet ten eerste zeker weten dat de snoek er uit zichzelf graag komt of er al zit. Je kunt daarbij een hele belangrijke spelregel aanhouden. Zit er veel witvis? Ga er dan maar gerust vanuit dat er ook snoek in de buurt zit. Ze zwemmen tenslotte altijd gewoon domweg achter hun voedsel aan. Ga bijvoorbeeld eens een praatje maken met witvissers als die er zitten. Zo kom je super snel aan hele bruikbare info. Immers zijn de snoeken voor witvissers meestal een ware plaag. Ze vertellen je dan meestal ook maar al te graag waar je de snoeken kunt vangen zodat zij er geen last meer van hebben.

Voor die witvissers is snoek eerder een plaag.

Het is tenslotte belangrijk dat je probeert om zo snel mogelijk een aanbeet af te dwingen.  Bij het instant vissen hou ik zodoende altijd een belangrijke regel aan: krijg ik na een uur vissen geen beet? Dan verkas ik de hengel naar een andere diepte. Deze mogelijkheid moet je dan natuurlijk wel hebben.

Hoe vaak ga je verkassen tijdens een sessie?

Liggen er veel obstakels op je stek? Dan verkas ik de hengel regelmatig naar een ander obstakel. Bij het instant vissen is het heel belangrijk dat je de snoek continu blijft zoeken. Actief blijven is dan eigenlijk de beste manier om zo snel mogelijk een aanbeet te forceren. Liggen de snoeken onverhoopt niet meteen op de stek die je het eerst voor ogen had? Geen nood, gewoon blijven zoeken totdat je ze ergens anders wel tegen komt.

Visolie, zeker bij spontane sessie een pré.

Tip: Tijdens instant sessies wil het ook erg goed werken om je aasvis in te spuiten met een sterk geurende vis olie. Dit kan zalm olie zijn of sardine olie. Beide opties werken erg goed om sneller een aanbeet af te dwingen. De zogeheten kers op de taart wordt namelijk altijd als eerste opgegeten.

 

Op welke diepte?

Bij het statisch vissen op snoek is er naar mijn mening niet echt een geijkte diepte om op te vissen. Ieder water is anders en ook ieder water vraagt om zijn eigen unieke aanpak. Over het algemeen kennen diepe zandwinplassen of grindputten meerdere taluds en richels. Deze zijn ontstaan door het zuigen van zand en grind dat meestal is gebruikt om woonwijken, snelwegen of andere doeleinden mee te funderen.

De voet van een talud is altijd interessant.

Deze genoemde plekken in een plas lenen zich perfect om een aasvis op te presenteren. Meestal zijn de zogeheten ‘voetjes’ (vlakke stukjes onderaan en in het talud) de ideale plek om je aasvis te droppen. Vaak groeien er, mits deze voetjes niet te diep liggen, ook nog planten en mosseltjes op gedurende het jaar. In de winterperiode zijn de planten er meestal afgestorven, maar vormen de mosseltjes nog enig voedsel. Ook plantenresten vormen nog een voedselbron voor de aanwezige witvis. Deze plekken zijn dus altijd kansrijk om je aas te presenteren en moet je dan ook zeker niet overslaan.

Voor snoek is er geen maximum te bevissen diepte. Tussen de slokdarm en zwemblaas is er niet net als bij de snoekbaars een orgaan en zo kan snoek razendsnel wennen aan verschillende waterdieptes.

Vis je statisch op een kanaal of stadsgracht? Dan is de maximale diepte meestal maar een meter of 4 en heeft de bodem over het algemeen gezien niet zoveel bijzonder verloop. Het is dan vooral belangrijk dat je aasvis op een strategisch goede stek ligt waar deze opvalt. Bijvoorbeeld bij bruggen, woonboten of andere trekpleisters voor witvis in de vorm van een obstakel. Zorg altijd wel dat wanneer je op een troebel kanaal of stadsgracht vist, dat je aasvis goed stinkt. Dit kun je goed doen door een visolie te gebruiken  waar je de aasvis mee inspuit. Immers, een sterk geurende vis is in troebel water sneller gevonden dan een verse!

 

Mijn statische snoek opstelling

Bij het statisch vissen op snoek is het heel belangrijk dat je voorzichtig te werk gaat. De snoek mag bij een aanbeet absoluut geen weerstand voelen als hij de aasvis heeft opgepakt. Voelt hij dat wel dan is de kans groot dat hij de aasvis los laat en de kans op een vangst is verkeken.

De swingers op de grond, alles voor zo min mogelijk weeerstand bij een aanbeet.

Dit geldt met name op de wateren waar veel zowel statisch als met een dobber op snoek wordt gevist. Je kunt heel makkelijk zorgen dat de snoek geen weerstand voelt bij de aanbeet door je hanger of swinger op de grond te leggen en de lijn niet helemaal op spanning te zetten.

Ja ja, ook snoek kan voorzichtig zijn en bij de minste weerstand het hazenpad kiezen.

Bij een aanbeet zul je merken dat je eerst een paar piepen krijgt, voordat de snoek er met het aas vandoor zwemt. Hij moet tenslotte eerst de slappe lijn op spanning trekken. Krijg je een paar piepen? Haal dan je lijn uit de hanger, pak je hengel uit de steun en wacht tot de snoek weg zwemt. Je kunt dit heel goed checken door de lijn losjes tussen je vingers te pakken met de beugel open en te voelen of de lijn uit je vingers loopt.

Zwemt de snoek weg? Draai dan rustig de lijn strak totdat je contact hebt met de vis en sla met een goede tik aan. Meestal zit de snoek dan goed gehaakt en zul je zien dat de haken meestal mooi voorin de bek zitten.

Van aanbeet tot terugzetten, alles moet als doel hebben de vis zo optimaal mogelijk terug te zetten.

Wacht bij een aanbeet absoluut niet te lang met aanslaan. De kans dat de snoek de aasvis geslikt heeft is veel te groot en de gevolgen zijn dan meestal niet zo fijn. Loopt de lijn na een paar seconden niet weg, dan gewoon dus krachtig aanslaan, zodra je bij het binnendraaien weerstand voelt.

Wacht een paar seconden bij de eerste aanbeet. Loopt hij onverhoopt niet weg, controleer dan toch even of je weerstand voelt. Niet altijd zwemt een snoek meteen met de aasvis weg.

Opereren en knippen wordt niemand vrolijk van en de snoek het allerminst. Beter op tijd aanslaan en eens een vis missen dan te laat met alle nare gevolgen van dien. Laten we te allen tijde het belang van onze geliefde snoek voorop stellen! Daarom zijn wij immers sportvissers. Dan kan iemand na ons ook nog genieten van een mooie vangst! Persoonlijk vind ik dat dit voor iedereen de belangrijkste doelstelling moet zijn.

 

Wil je meer weten over deze visserij van Thimon Dokter? Stay tuned! In deel 3 alles over het te gebruiken materiaal en interessante praktijkverhalen met mooie vangsten!