Statisch snoekvissen met dood aas – De beste stekken en wel of niet voorvoeren

We willen nog al eens een harde grens trekken tussen de karper- en roofvissers. Onzin natuurlijk, puur bedoeld om de lachers op onze hand te krijgen 😛 Geloof het of niet, er zijn er genoeg die beide disciplines mooi vinden. Zo ook Thimon Dokter, overlopend van de kruisbestuiving en hier met een van A tot Z artikel over het statisch vissen met dood aas op snoek. 

Klik HIER voor deel 2 over dieptes en tactieken
Klik HIER voor deel 3 over materialen, takels en aasvissoorten. 

Dat het vissen op onze vriend groenjas de snoek een mooie sport is hoef ik niemand meer uit te leggen. Anno 2020 genieten veel sportvissers, waaronder ikzelf, van deze prachtige roofvis. Ook in de hengelsportwereld en aan de verkoop van roofvis artikelen te zien neemt het roofvissen enorm toe aan populariteit. Dat weet ik, omdat ik als vertegenwoordiger voor groothandel Lion Sports werk.

Het is werkelijk bizar wat er momenteel aan roofvis gerelateerde producten over de toonbank vliegt. Record na record wordt gebroken bij hengelsport winkels. De spectaculaire aanbeten, springpartijen en stevige drils zijn momenten die ons als roofvisser continu weer naar de waterkant lokken. De één doet dat met kunstaas vanaf de kant, de ander vist liever vanuit een boot.

Een schrikbeeld voor de gemiddelde roofvisser of moeten we ons niet zo aanstellen?

Ook kun je zowel vanaf de kant als uit de boot prima vissen met een dobber op snoek. Een discipline die vandaag de dag steeds meer gedaan wordt. Logisch ook wel omdat het visueel een spannende visserij is. Regelmatig zie ik ze dik aangekleed in een warmtepak zij aan zij staan bij bruggen en sluizen in de welbekende havens van Nederland zoals Elburg, Harderwijk, Zeewolde, Zwolle en noem er zo nog maar een paar. Als laatste een discipline die ik nog steeds maar weinig ingezet zie worden is het statisch vissen op snoek met beetmelders. Afgeleid van het traditionele statisch vissen op karper. Een prachtige visserij wat mij betreft!

Een prachtige 1,13 snoek meter van de rivier. Instant gevangen met kakelverse sardines! Kun je dit soort bakken net zo goed in de winter op kunstaas vangen?

Waarschijnlijk kiezen veel roofvissers niet voor deze discipline omdat ze liever actief bezig zijn dan de hele dag stil op hun stoel gaan zitten wachten. Ergens begrijp ik deze gedachtegang ook wel. Want wat is er nu mooier dan een polder of kanaal langs struinen met kunstaas op zoek naar een paar hongerige snoeken? Tuurlijk, weinig! Je bent lekker actief bezig, blijft ondertussen warm en je zoekt actief naar actie. Elk moment kan het gebeuren dat je zo’n spectaculaire harde aanbeet op je kunstaas krijgt.

Grote dikke snoek vangen, gaat het daar niet om? Deze vis van 104 cm liet zich verleiden door een sardine die was ingespoten met sardineolie om de aasvis nog extra aantrekkelijk te maken. En dat op een water van ruim 30 hectare. Het bewijst daarmee de kracht van extra attractie aan je aasvis brengen! Hierover meer in deel 2. 

Toch is statisch vissen op snoek  zo gek nog niet. Mede daarom besloot ik om eens mijn ervaring op het gebied van statisch snoekvissen te delen. Want, ondanks dat de visserij ansich niet eens zo aantrekkelijk lijkt te zijn, kun je er toch behoorlijke resultaten mee boeken. Sterker nog, regelmatig is deze manier van vissen enorm effectief voor het vangen van de grotere en dikke exemplaren. Daarvoor gaan we toch tenslotte allemaal graag naar de waterkant? Wie over genoeg zitvlees beschikt kan rijkelijk beloond worden met vette monsters waar je U tegen zegt!

 

Topstekken voor grote snoek

Wanneer je statisch gaat vissen op snoek is het natuurlijk wel belangrijk om te weten op welke wateren je dan terecht kan. Er zijn voor deze visserij een paar type wateren zeer geschikt. Met name groot en helder water geniet mijn voorkeur wanneer ik deze discipline toepas. Dit kan een recreatieplas zijn, een grote diepe rivierplas of bijvoorbeeld een afgesloten grindgat of zandwinningsplas waar in de jaren een mooi snoek bestand is ontstaan.

Grote zandwinplassen zijn mijn favoriete wateren als het om statisch vissen gaat.

Deze type wateren zijn meestal mooi helder en diep. Met name helder water is een vereiste voor mij. Ik wil namelijk graag dat de snoek mijn aasvis goed kan zien liggen op de taluds en in de kuilen die ik bevis. Dat vergroot de kans op een aanbeet aanzienlijk. Kraakhelder hoeft niet. Gelukkig beschikt onze vriend snoek ook nog over een zijlijnorgaan waarmee hij de kleinste trillingen en heeft hij een goed ontwikkeld reukorgaan. Fijn voor als het water iets troebeler is.

Nog een prettig gegeven is dat grote zandwinplassen of rivierplassen een goed snoekbestand herbergen. Vaak liggen hier ’s winters de grotere exemplaren te wachten op een lekker hapje dat toevallig voorbij komt in de vorm van een vette brasem of een grote voorn. Vergeet ook zeker wateren als diepe stadsgrachten of kanalen niet eens te proberen. Ligt er in de winter veel witvis opgestapeld? Ga er dan maar gerust vanuit dat er een paar grote snoeken in de buurt liggen om regelmatig hun vette buik te vullen.

Grotere vissen kunnen in mijn optiek heel dominant aanwezig zijn op een stek.

Op dit soort stekken is het ideaal om met stukken vis een voerstek op te bouwen. Immers hoe minder moeite de snoek hoeft te doen voor een vette hap, hoe beter! Goede stekken zijn dan bijvoorbeeld taluds die zich bevinden tussen de 5 en 10 meter diepte. Richels, kuilen en mosselbanken zijn ook altijd zeer productieve stekken op dit soort grote plassen. Vergeet ook zeker de zogeheten ‘voetjes’ achter een steile taludrand niet. Op stadsgrachten en kanalen zijn vaak de bruggen, kademuren en plekken waar meerdere wateren bij elkaar komen zeer goede stekken om te bevissen en aan te voeren. Meestal is hier wel witvis te vinden en daarbij komt weer het welbekende gegeven… waar de witvis aanwezig is ligt de snoek meestal ook!

 

Voorvoeren op snoek?

Veel vissers onder ons zijn in de veronderstelling dat voorvoeren iets is dat enkel word toegepast bij het karpervissen. Echter, niets is minder waar. Ook een snoek kun je heel goed conditioneren op een voerstek. Het klinkt misschien wat onnatuurlijk omdat een snoek eigenlijk een echte jager is. Toch zijn met name de grotere exemplaren wel te paaien voor een makkelijke hap.

Een mix van stukjes voorn en sardines. Een vertrouwde combinatie in mijn statische visserij wanneer ik ga voorvoeren. Natuurlijk aas gecombineerd met lekker vet en olierijk.

Het is nu eenmaal zo dat wanneer de watertemperatuur in het najaar drastisch zakt de snoek veel minder zin heeft om actief te gaan jagen. Met actief jagen wordt namelijk energie en de vetreserve verbruikt. Deze wil de snoek juist graag behouden om de winter goed mee door te komen. Een makkelijke hap waarbij dan het hoognodige voedsel gescoord kan worden is dan ineens toch wel razend interessant. Meestal is het zo dat ze voor een flinke sardine, makreel, haring of gewoon een grote voorn wel even in beweging willen komen. Juist omdat zo’n flinke hap hun buik wel weer even vult en hun reserves aandikt. Vervolgens kunnen ze daar weer lekker een tijdje op teren en dat bevalt de grote dames wel. Het verbaast mij dan ook niets dat vaak de eerste vissen die van een voerstek werden gevangen de grotere exemplaren betrof.

Voorvoeren op snoek… en of het werkt!

Daar komt dat stukje dominantie heel duidelijk in terug. Het is nu eenmaal zo dat meestal de grootste vissen de beste jachtgronden opeisen. Ze hebben toch niets te vrezen of concurrentie, omdat ze zelf al zo groot en dominant zijn. Het komt dan ook zelden voor dat we snoeken kleiner dan 80 centimeter op een voerstek vangen.

De kleintjes komen gewoon niet aan bod door het dominante gedrag van hun grotere soortgenoten. ‘Maar hoe werkt dat voorvoeren dan?’ Het voorvoeren gaat bij mij qua aanpak eigenlijk heel simpel. Ik fiets naar het water toe met een klein emmertje vol stukken vis en loop bij aankomst daar naar de beoogde stek die ik wil gaan bevissen. Vanaf de stek gooi ik het voer gewoon met de hand of met een voerschep, afhankelijk van de afstand waarop de stek zich bevindt, verspreid in het water. Verspreid voeren over een 50 tal meters is naar mijn weten meer dan genoeg om een goede stek op te bouwen.

Een vette volgevreten 1,10 metersnoek. Deze vis lag te wachten op een voor gevoerde stek want na 10 minuten kwam de aanbeet al. Het bewijs is zijn buik waar we de blokjes vis in konden voelen.

Hierbij zit de freqeunte dan op bijvoorbeeld: Woensdag en vrijdag avond voeren om vervolgens zondag te gaan vissen. Ik laat altijd een dag zitten tussen de laatste voer dag en de visdag zodat de snoeken de tijd hebben om de stek te vinden en zich tegoed te doen aan een makkelijke hap. De volgende voer dag is dan uiteraard de dag dat de aasvissen te water gaan.

Soms zijn het net karpers 😛

Het gevolg is makkelijk te raden! Qua hoeveelheid om te voeren is het altijd even een beetje schatten en puzzelen wat het beste is. Zit er een goed bestand met snoek, dan voer ik zelf een ruime tweeënhalve kilo stukken vis per voerbeurt. Dat kunnen dan sardines, haring, makreel, voorns of iets anders zijn. Zo lang het maar verse vis is dat niet eerst maanden of jaren in een vriezer heeft gelegen. Zitten er niet zo heel veel snoeken? Dan hanteer ik ongeveer een kilo stukken vis per voerbeurt. Dan kan het bijna niet verkeerd gaan. Heb je dan eens een dag dat de vangsten wat minder zijn? Helaas pindakaas! Dat gebeurt mij ook wel eens na flink wat moeite doen en investeren in een stek. Helaas is het niet altijd feest en kan zelfs na erg veel moeite de sessie uitlopen op een teleurstelling. Gelukkig maar, anders zou vissen niet meer zo spannend zijn.

 

Bijvoeren

Tijdens het statisch vissen op snoek is het bijvoeren iets dat maar erg weinig of bijna nooit wordt gedaan. Vooral wanneer je instant vist kan dit trucje nog wel eens een aanbeet uitlokken. Grote snoeken zijn van nature lui en komen alleen in beweging als er serieus iets te halen valt. Ze willen graag zo weinig mogelijk energie en reserves verspillen voor een zo groot mogelijke hap. Heb je na een tijdje (hou zo ongeveer 2,5 à 3 uur aan) nog geen beet gehad? Probeer dan eens om rond je aasvis een paar stukjes vis bij te voeren. Dit kan je gewoon met een katapult verspreid of met een voerboot en dieptemeter exact op de stek doen.

Kakelverse en lekker vette sardines. Het perfecte aas om bij te voeren tijdens je sessie om een extra aanbeet uit te lokken.

Zo’n 5 stukjes per hengel is genoeg. Dit komt neer op ongeveer een hele aasvis, zou je bijvoorbeeld sardines of grote voorns gebruiken. Net dat beetje extra voer dat er dan ligt kan er voor zorgen dat een luie snoek toch even in beweging wil komen om een hapje te halen. Tevens zorgen wat stukjes voer er voor dat er een nieuw geurspoor ontstaat in verschillende waterlagen.  Altijd een zeer goede trigger om de snoek er op te attenderen dat er wat extra’s te halen valt.

 

 

Wil je meer weten over deze visserij van Thimon Dokter? Stay tuned! In deel 2 gaat hij dieper in op bepaalde te vissen dieptes en succesvolle tactieken. In deel 3 komt het materiaal aan bod en vertelt hij over voorbeelden uit de praktijk!