Specialist Sander Paans over zijn kantvisserij op snoek

06/10/2021
Specialist Sander Paans over zijn kantvisserij op snoek

De waterplanten beginnen weer af te sterven en de eerste nachtvorst is al gemeld, de zomer ligt zo goed als achter ons en we gaan ons weer langzaam opmaken voor de winterperiode. In deze tijd van het jaar vind ik het heel leuk om te struinen door woonwijken op zoek naar snoek. Korte sessies draaien met net zo goed max actie!

Door Sander Paans

Het leuke van deze visserij is dat je soms aan twee of drie uurtjes genoeg hebt, ideaal dus voor een korte spontane sessie. Wordt het wat kouder dan trekken de woonwijken mij meer  aan, omdat de water- en omgevingstemperatuur er vaak net even iets hoger ligt dan in een winderig poldergebied. Niet alleen voor de vis, maar ook voor mezelf wat prettiger.

Geen probleem schat, ik haal de kinderen wel even op… Ga ik gelijk een stukkie met ze fietsen 😛

Vaak zie je ook dat in woonwijken plekken ontstaan waar watervogels gevoerd worden, juist dit soort plekken zijn interessant in de winter. Hier komt de witvis op af en volgt de roofvis vanzelf. Ken je het water nog uit de zomerperiode dan is dat alleen maar in je voordeel, onthoud waar toen de waterplanten lagen en vis deze plekken secuur uit. Aan het oppervlak zijn ze verdwenen, maar op de bodem blijven altijd nog restanten liggen. Vaak nog een ideale plek voor snoek om er in de hinderlaag te gaan liggen.

 

Vergeet je eigen kantje niet!

Wat ik veel vissers ook niet zie doen is een worpje onder de eigen kant, in smalle sloten wordt er alleen naar de overkant geworpen. Ook onder de eigen kant kunnen snoeken liggen, dus maak altijd paralellel aan je eigen oever en vis dan ongeveer 1 meter uit de kant je kunstaas terug. Je zult ervan versteld staan hoeveel vissen er daar liggen, vissen die verstoord worden als je langs loopt! Ik weet nog goed dat ik jaren terug een vis van ruim in de 90 cm ving, eigenlijk was het een verkeerd geplaatste worp en lag de jerkbait 10 cm onder de eigen kant. Toch viste ik hem normaal binnen en klapte die vis erop.

Bijna uit het oog verloren, maar de liefde voor de spinhengel is als nooit tevoren! De shad is nog een prototype voor Rozemeijer. Stay tuned 😉

De laatste twee seizoenen heb ik meer en meer gevist met de spinhengel, een hengel van 250 cm, ideaal om het aas te kunnen sturen langs riet en andere obstakels. Bijkomend voordeel van een wat langere, zachtere hengel is dat deze het kopschudden van de snoek mooi opvangt. Dit in tegenstelling tot een strakke jerkbaithengel van 2 meter lengte. Ik heb het idee dat ik hierdoor minder snoek verspeel en vis er graag mee. Een iets grotere molen, maat 3500 of 4000 is ideaal, volgespoeld met minimaal een 17/00 dyneema lijn. Uiteraard bestaat het laatste stukje uit snoekbestendig materiaal, dus een onderlijn naar eigen voorkeur.  Denk aan titanium, staal, 7×7, dik fluorocarbon, etc.

Zomaar wat voorbeelden, boven een shad met chatterblade, midden een shad met lichte screw in loodkop en onder een ondiep lopende crankbait (de Fat Izy). Het allerbelangrijkste, zorg dat het ondiep loopt!

Bij het gebruik van een spinhengel is er genoeg keuze wat betreft  het kunstaas. Ik vis graag met onverzwaarde shads, gemonteerd met een shallow screw. Vaak zie je de snoek erop klappen, hoe gaaf is dat! Of een shad aan een chatterblade gemonteerd, ook zo’n topper. De chatterblade zorgt voor een hoop extra trillingen in het water en dit kan net een trigger zijn. De shads zijn 17 cm lang en worden gerigd met één enkele dreg, meer dan voldoende. Vind je het lastig om dit zelf te maken, dan zijn er kant en klare stingers te koop.

Zoek de woonwijken en be amazed, met name in het westen van het land.

Andere, vaak vergeten aasjes, zijn de lepel en de spinner. Ze bestaan al heel wat jaren, en zijn hun vangkracht nog lang niet verloren. Probeer ze maar eens, ze staan echt nog steeds hun mannetje tussen al het nieuwe hypermoderne kunstaas! Meestal neem ik maar een klein doosje mee met een paar stukjes kunstaas waar ik vertrouwen in heb.

Good old spinners. Gek hoe wij zelf ons soms laten meeslepen door kunstaashypes en goed vangend aas van vroeger vergeten…

Kies je kunstaas niet te zwaar en zorg dat het niet te diep loopt. In de stadswateren liggen op de bodem vaak obstakels waar je aan vast kan komen te zitten. Hoog vissen voorkomt een groot deel van de vastlopers! Snoek vindt het, ook in de winter, echt geen probleem om een hoog gevist aasje te pakken. Bedenk dat de meeste sloten niet veel dieper worden dan 130 cm. Dus, wanneer je 20 cm diep vist en de vis ligt tegen de bodem, dan blijft er niet veel meer over dan een 1 meter water er boven. Voor snoek geen enkel probleem om dat te overbruggen.

Top natuurlijk om ook met je kids te doen. Niks zo spectaculair om de onbetwiste koning van de sloot te vangen.

Een ander belangrijk item wat niet mag ontbreken is een goede onthaaktang en een degelijke kniptang. Vooral bij de laatste is goedkoop duurkoop, dus bezuinig hier niet op, je gaat hem een keer nodig hebben. Absolute top is de Knipex Cobolt, die knipt overal zonder problemen doorheen. Een goedkopere oplossing is de Rozemeijer Hook Cutter, ook deze tang heeft geen moeite met een dikke dreg. Gebruik als onthaaktang een stevige puntbektang met een flinke lengte om goed bij de dreggen in de bek van een grote snoek te kunnen.

 

Vis ik dan helemaal niet met jerkbaits in de winter? Zeker wel, maar dat wordt weer iets voor een nieuw artikel. Voor nu wil ik het bij de spinhengel houden met bijbehorend kunstaas. Veel te vaak zie ik beginners starten met een zware jerkbaithengel terwijl de spinhengel je juist zoveel mogelijkheden en veel meer drilplezier geeft. De waardering voor de spinhengel tijdens het snoeken is bij mij weer volledig terug.