Zo vinden rovers je kunstaas zonder dat ze kunnen zien! – Alles over zintuigen

24/12/2025
Zo vinden rovers je kunstaas zonder dat ze kunnen zien! – Alles over zintuigen

Een vis is een wonderlijk dier en net als mensen zit een vis helemaal vol met zintuigen. Denk aan reuk, zicht, gehoor en zelfs zintuigen als het zijlijnorgaan. Sommige vissen hebben nog meer zintuigen dan anderen, zoals haaien. Deze kunnen ook nog eens elektrische velden waarnemen. In dit artikel duiken we dieper in de zintuigen van onze roofvissen in Nederland!

Header Foto: Marion Haarsma – Zintuigen zijn essentieel voor het overleven. Zonder zintuigen kun je namelijk niets waarnemen. Als jij geen zintuigen had, dan kon je niet zien, ruiken, voelen, proeven, horen etc. De wereld zou enkel een zwart veld zijn zonder enige prikkel, gek toch? Vissen hebben hele gespecialiseerde zintuigen die perfect aangepast zijn op hun leefomgeving. Zo hebben snoekbaarzen bijvoorbeeld grotere ogen dan gemiddeld omdat ze vaak op grotere diepte met minder licht leven .

Snoekbaarzen hebben relatief grote ogen.

Denk ook eens aan de bekdraden van de meerval, deze compenseren dat ze nagenoeg blind zijn. Wil je meer weten over onder andere de bekdraden? Blijf dan vooral lezen!

 

6E ZINTUIG?

Een zintuig die veel vissen hebben, maar mensen niet, is het zijlijnorgaan. Jullie zullen vast weleens van dit orgaan gehoord hebben, want dit is een belangrijk orgaan. Dit is een bijzonder zintuig waarmee ze waterstromingen en trillingen van bijvoorbeeld je kunstaas kunnen waarnemen. Kunnen ze niets zien? Dan vertrouwen ze op het zijlijnorgaan en het gehoor om je kunstaas te vinden.

Het zijlijnorgaan (en/of neuromasten) is een belangrijk zintuig om te jagen bijvoorbeeld met weinig zicht.

Het zijlijnorgaan bestaat uit kleine zintuigorganen, de zogenaamde neuromasten. Deze zitten langs de zijkant van het lichaam en (soms) op de kop van de vis. Sommige neuromasten liggen los op de huid en anderen weer in kanaaltjes onder de huid die met het water in verbinding staan via poriën. In die neuromasten zitten haarcellen, dit zijn eenzelfde soort cellen die wij mensen hebben voor gehoor en balans. Deze cellen zijn omringd door een gelei-achtig kapje genaamd de cupula.

“Zo kan de vis precies voelen waar en hoe snel het water stroomt”

Wanneer het water dus beweegt, dan buigt de cupula mee en dit prikkelt de haarcellen. Zo kan de vis precies voelen waar en hoe snel het water stroomt. Signalen gaan door naar de hersenen en zo kan de vis een beetje in kaart brengen wat er om zich heen gebeurt. Ze gebruiken dit niet alleen voor jagen, maar ook voor het ontwijken van bijvoorbeeld stenen, voor het navigeren en voor het zwemmen in scholen. Een super belangrijk en onmisbaar zintuig dus voor de vis!

Een aanrader als je van snoeken houdt! Zelfs de meest ervaren snoekvissers zullen nog interessante dingen vinden in dit boek.

Een heel interessant iets wat ons opviel tijdens het lezen van ‘Pike Fever’ van Jens Bursell, is dat er ook echt onderzoek is gedaan naar hoe goed snoeken hun zijlijnorgaan gebruiken. In dat onderzoek zijn tests gedaan met snoeken waarvan het zicht ontnomen was, snoeken waarvan het zijlijnorgaan was uitgeschakeld en snoeken die beide gewoon hadden. De snoeken die zicht hadden, hadden de neiging echt richting hun prooi te zwemmen en deze te ‘stalken’, waarna ze toesloegen als de prooi dichtbij genoeg was.

Snoeken hebben goede ogen die ze ook graag inzetten tijdens het jagen, maar ze kunnen ook goed jagen zonder zicht!

Snoeken die niet konden zien, waren even succesvol in het jagen, echter zwommen zij niet achter prooi aan. Ze sloegen pas toe als een prooi zo’n tien centimeter verwijderd was, maar wel met dodelijke precisie. Wanneer snoeken dus niets kunnen zien, bijvoorbeeld in troebel water, kun je ze zeker wel vangen. Alleen is het zaak dat je je aas dichtbij de snoek presenteert en zorgt dat deze het aas goed kan lokaliseren.

 

REUK OF SMAAK

Kunnen vissen ruiken? Jazeker, maar hoe doen ze dat dan? Want het werkt anders dan bij mensen. Dieren op het land ruiken geurdeeltjes in de lucht, vissen ‘proeven’ deze deeltjes in het water. De meerval bijvoorbeeld heeft smaakreceptoren over het hele lichaam en daarmee kunnen ze echt alles proeven wat ze ook maar aanraken én allerlei geuren uit het water oppikken.

Meerval soorten hebben bekdraden waarmee ze kunnen proeven en tasten.

Weet je ook hoe zalmen terugkeren bij hun geboortegronden om eitjes te leggen? Juist, door reuk. Zalmen staan bekend om hun ongelooflijke vermogen om terug te keren naar precies die rivier waarin ze geboren zijn. Al in de 19e eeuw werd gespeculeerd dat geur hierbij een rol speelt. In 1951 stelde onderzoeker Hasler voor dat zalmen, zodra ze in de buurt van hun geboorterivier komen, de unieke geur van hun thuis herkennen.

Zalmen gebruiken reuk om de juiste rivier te vinden.

Dit idee werd later bevestigd. In 1978 toonden Hasler en zijn studenten aan dat jonge zalmen de geur van hun geboorterivier ‘inprinten’ vlak voordat ze naar zee trekken. Als volwassen vis herkennen ze die geur weer en weten ze zo de weg terug. Ze kunnen zelfs verschillende zijrivieren van elkaar onderscheiden én herkennen de geur van jonge soortgenoten.

Zalmen zijn bijzondere vissen. Voor de paai leggen ze een barre tocht af terug naar hun geboorterivier om daar het cirkeltje rond te maken.

Haaien hebben een uitzonderlijk goed ontwikkeld reukvermogen. Ze kunnen geurstoffen in het water al waarnemen als die in een concentratie van één deel per miljoen aanwezig zijn. Bijvoorbeeld een druppeltje bloed in een zwembad vol water. De neusgaten van haaien (die niet verbonden zijn met de mond zoals bij veel andere vissen) kunnen ook bepalen uit welke richting een geur komt, vergelijkbaar met hoe mensen kunnen horen waar geluid vandaan komt.

Haaien hebben een uitzonderlijk goed reukvermogen.

Sommige soorten, zoals de verpleegsterhaai, hebben voelorganen (bekdraden) die hun reuk- en tastzin nog verder versterken. Haaien zijn vooral gevoelig voor geuren afkomstig uit ingewanden van prooidieren, wat verklaart waarom ze soms rond riooluitgangen zwemmen.

 

WAT DOEN BEKDRADEN?

Nu we het een beetje hebben gehad over de algemene zintuigen van vissen en welke vissen bijzonder zijn, gaan we als laatste nog even in op de bekdraden die we bijvoorbeeld zien bij meervallen. Meervallen zijn zo goed als blind maar kunnen moeiteloos jagen, hoe kan dat? De bekdraden van een meerval zitten vol chemoreceptoren, oftewel smaak- en geurcellen. Dit betekent dat een meerval letterlijk kan proeven en ruiken met zijn bekdraden.

Meervallen vertrouwen op hun bekdraden om hun prooi en de wereld om zich heen waar te nemen.

Waar mensen alleen smaakpapillen op hun tong hebben, hebben meervallen die over hun hele lijf zoals eerder beschreven en dan met name op hun bekdraden. Sommige soorten hebben wel 25 smaakreceptoren per vierkante millimeter op hun bekdraden! Per soort is het weer verschillend en kan het afwijken, hier gaat het vooral over wat de bekdraden kunnen. Zo kan een meerval bijvoorbeeld in compleet troebel water nog feilloos voedsel vinden, puur door de chemische signalen die worden opgevangen. Die signalen kunnen bestaan uit aminozuren, enzymen of andere stoffen die in het water vrijkomen uit prooien.

Besef maar even hoeveel receptoren er op de bekdraden van zo’n unit zitten.

Bekdraden bevatten ook mechanoreceptoren, waardoor ze gevoelig zijn voor beweging en trillingen in het water. Dit helpt de meerval bijvoorbeeld om stroming of kleine bewegingen van prooien in de bodem waar te nemen. Sommige bekdraden kunnen bovendien bewegen dankzij een kern van spierweefsel, waardoor ze kunnen worden gebruikt om actief de bodem of objecten af te tasten, net als een taststok bij een blind persoon. De zenuwbanen in de bekdraden sturen deze informatie direct naar de hersenen van de vis, waar het wordt verwerkt tot een soort kaart van de omgeving.

 

Wat zijn dieren toch wonderlijk en wat kunnen wij mensen eigenlijk weinig vergeleken met dieren als het aankomt op zintuigen. Wist jij dit allemaal al?