5 tips voor het statisch vissen met dood aas

07/12/2020
5 tips voor het statisch vissen met dood aas

Bij het vissen met doodaas denken de meeste mensen aan het vissen met een dobber of fireball, maar ik doe het op de ‘karper manier’. Lekker lui achter mijn hengels zitten wachten tot de beetmelder af gaat. Is dat echt het geval? Haha, nee hoor er komt echt wel iets meer bij kijken. Met deze 5 tips wil ik je helpen om nog meer resultaat te boeken met jouw dood aas visserij. 

Door Remon Broekhuis

 

Dood aas tip 1> Hengels

Voor het statisch vissen met doodaas maak ik gebruik van hengels die daarvoor ontwikkeld zijn. Dat zijn hengels die flink wat body hebben om goed de haak te kunnen zetten en om een flinke aasvis mee weg te kunnen zetten. Er zijn verschillende soorten dood aas hengels.

Stevige hengels voor het goed kunnen werpen met een flinke aasvis en om de haak na een aanbeet goed te kunnen zetten.

Welke moet je nou kiezen? Ik raad de mensen een 12ft 2,75lbs of een 12ft 3,25lbs aan. De 2,75lbs is perfect voor kleinere wateren zoals parkvijvers en kanalen. Wil je grotere afstanden vissen of tegen obstakels aan dan zou ik toch voor de 3,25 lbs gaan. Dit omdat je dan meer kracht kunt zetten om de haak te zetten of de vis kunt blokken.

 

Dood aas tip 2> Lijnen/voorslagen

Over welke lijn je moet gebruiken voor het statisch vissen zijn de meningen verdeeld. De een zweert bij nylon, de ander bij dyneema. Beide lijnen kun je prima gebruiken, hou er wel rekening mee waar je vist. Vis je op grote zandputten met vele taluds dan zou ik toch voor nylon gaan. Nylon is schuurbestendiger dan gevlochten lijn. Je weet nooit wat er op de taluds liggen aan mosselen of andere scherpe dingen.

Het laatste wat je wilt is zo’n beauty met een takel rond te laten zwemmen…

Ik gebruik altijd een 55/00 voorslag. Dit omdat de laatste meters zo op de bodem liggen en ik zeker wil weten dat mijn laatste meters net wat meer kunnen hebben qua beschadigingen dan mij hoofdlijn. Je wilt niet dat je een aanbeet krijgt en vervolgens lijnbreuk tijdens het aanslaan. Zonde om een snoek met je takel in zijn bek rond te laten zwemmen en ook onnodig.

 

Dood aas tip 3> Pike swingers

Met name de grotere vissen kennen het klappen van de zweep.

Het gebruik van pike swingers kan ik echt aanraden. Omdat je ze aan de achterkant hebt gemonteerd kun je met je beugel open vissen. Zodra je een aanbeet krijgt en je lijn wordt uit de clip van de pike swinger getrokken, kan de snoek zonder weerstand weg zwemmen.

Met je beugel open vissen en zodoende minimale weerstand voor snoek tijdens het oppakken van de aasvis.

Snoek kan namelijk schuw zijn, bij een beetje weerstand al argwaan krijgen en de vis uitspugen. Als je op deze manier vist in combinatie met een vrijloopsysteem, dan zul je merken dat je veel minder kans op lossers hebt.

 

Dood aas tip 4> Montage/Rig

Ook met de running rig is het de bedoeling zo min mogelijk weerstand te bieden…

Bij het statisch vissen wil je een montage gebruiken die het minste weerstand biedt. Zodoende kom je al gauw uit bij een zogenaamde running rig. Het voordeel van de running rig is dat als de snoek weg zwemt dit systeem geen weerstand geeft. Het enige nadeel van een running rig is dat tijdens de worp je lood verder over je hoofdlijn heen schuift en die een eind van je aasvis in het water belandt. Dat kun je voorkomen om je lood aan je wartel vast je tapen met pva tape.

Stevige dreggen. Vooral niet te groot kiezen. Daarnaast staaldraad waar je makkelijk mee kunt knopen…

De takel die ik gebruik is heel simpel. Ik maak hem ongeveer 75 cm lang, omdat ik niet wil dat mijn aasvis te dicht bij mijn lood ligt. De Fox Rage Predator 49 Strand Wire is ideaal materiaal om takels te maken.  Het is sterk en soepel en is zelfs te knopen.

Niet moeilijk doen als het makkelijk kan. 🙂

Over de dreggen kan ik heel kort zijn, gebruik sterke dreggen. Haakmaat 4 of 6 is meer dan voldoende, omdat je 2 dreggen aan een takel hebt zitten is groter niet nodig zoals bij het dobber vissen.

 

Dood aas tip 5> Aasvissen

Voor het statisch vissen met doodaas is elke vissoort te gebruiken. Het is maar net waar je voorkeur naar uit gaat. Ik begin zelf altijd met aan elke hengel een andere vissoort, zo kun je tijdens de sessie achterhalen wat het hoogst op het menu staat. Als de temperaturen flink naar beneden gaan, dan gaat mijn voorkeur uit naar zeevis.

De keuze is reuze. Gaandeweg kun je achterhalen welke aasvis de voorkeur krijgt.

Zeevis is rijk aan oliën en vetten en dat lijkt snoek met name hartje winter meer te kunnen waarderen. Wil je dit nog extra aandikken dan kun je je aasvissen vol spuiten met visolie voor extra attractie. Ook kan het lonen om wat stukken vis bij je aasvis te voeren. Dat geeft net wat meer geur en kan meerdere snoeken naar de stek lokken.

 

BONUS TIP > Aanslaan

Komt uiteindelijk de aanbeet, wacht dan niet te lang met aanslaan. Zodra je beetmelder afgaat zet dan direct de haak. Liever een misser dan een slikker, zeg ik altijd.

 

Ik hoop dat jullie een klein beetje op weg geholpen zijn met de basis zaken die je moet weten over het statisch vissen met doodaas. Dit is dé tijd voor deze visserij, dus waar wacht je nog op 😉 Veel succes!