Elk jaar staat het weer te gebeuren: de grote snoekbaars trek. Snoekbaarzen, zowel jong en oud trekken massaal vanaf het IJsselmeer via het Ketelmeer de IJssel op. Het resultaat? Bizarre visdagen met soms wel 100+ snoekbaarzen en elk jaar worden er weer kneiters van over de meter gevangen. Maar hoe gaat die migratie nou in zijn werk en waar trekken ze precies heen? Wij gingen op onderzoek uit!
Hoewel uit oudere experimenten blijkt dat snoekbaars over het algemeen geen uitgesproken trekvis is, zien we in de praktijk dat er wel degelijk sprake is van seizoensgebonden migratie. Onderzoek beschreven in het “kennisdocument snoekbaars” van Sportvisserij Nederland (2007) op het IJsselmeer liet zien dat veel snoekbaarzen slechts beperkte afstanden afleggen en vaak in hun ’thuismeer’ blijven. De meeste verplaatsingen bleven binnen een straal van tien kilometer, wat toen de indruk wekte dat snoekbaars honkvast is.

Een snelle blik op het IJsselmeer laat zien dat het een ondiep meer is. Zou dit een rede zijn voor de migratie?
Recentere onderzoeken rond 2007, onder andere in het Benedenrivierengebied, laten bovendien zien dat snoekbaars veel mobieler kan zijn dan eerder gedacht. Vissen bleken daar in korte tijd afstanden tot dertig kilometer af te leggen, los van de paaitrek. Dit sluit aan bij de ervaringen van sportvissers die in het najaar massale migraties waarnemen, zoals van het IJsselmeer richting de IJssel. Zodra de witvis zich verzamelt en naar de rivier trekt, volgt de snoekbaars in grote groepen. Het beeld is dus genuanceerder: snoekbaars is doorgaans geen langeafstandstrekker, maar in het najaar kan er dus sprake zijn van duidelijke migratiepatronen naar overwinteringsplekken en voedselrijke zones zoals de IJssel.
Waarom migreren ze?
Een dier zal nooit zomaar kostbare energie verbruiken om zo’n stuk te zwemmen zonder reden. Dus wat triggert de snoekbaars om de IJssel op te zwemmen? Allereerst is hier geen concreet onderzoek naar gedaan, dus we kunnen niets met zekerheid zeggen. Wel kunnen we logische redenen bedenken waarom ze migreren.

Het najaar is een geweldige periode voor snoekbaars op de IJssel. FOTO: Gijs de Haan
Een logische rede om te migreren is het voedselaanbod. Als de witvis weg trekt naar dieper water, dan volgt de roofvis vanzelf. Het IJsselmeer is gemiddeld niet heel diep, eigenlijk is het gewoon een grote bak met water van zo’n vier meter diep. Je kunt je voorstellen dat een ondiep water als dit in de winter vatbaarder is voor sterke temperatuur schommelingen en harde wind dan een diepe zandwinput of een stromende rivier met diepe kuilen en scherpe taluds.

’s Winters liggen ze graag op diepere, beschutte plekken.
De witvis gaat op zoek naar overwinteringsplekken en de snoekbaars volgt. Deze moeten natuurlijk blijven eten en willen ook overwinteren op een comfortabele plek. Langs de IJssel zijn er tal van diepe plassen en rustige wateren met genoeg diepte om te overwinteren. Sommige snoekbaarzen zwemmen zelfs helemaal door tot aan het Hollands Diep en Haringvliet.
Doe er je voordeel mee!
Tijdens de migratie kun je veel vangen. Overdag vang je vooral de kleinere vissen met uiteraard wat uitschieters en is het niet gek dat de aantallen goed oplopen. De grotere exemplaren laten zich vooral in het donker zien. Het is niet zo gemakkelijk meer om ze te vangen, want ze hebben aardig wat kunstaas gezien in hun leven, maar met de juiste techniek kun je echt dikke snoekbaarzen vangen aan de IJssel in het najaar!

Dikke vette uitschieters zijn mogelijk zoals je ziet! FOTO: A Fisherman’s Tale
Zowel vanaf de kant als de boot is er goed vis te vangen, mits je een stek kunt vinden die vrij is… De migratie is nogal bekend in Nederland en bij onze oosterburen. Vaak begint de migratie in oktober en ga je ze later in het najaar steeds zuidelijker vinden. Is je stek op de ene dag nog goed en vang je een paar dagen niet goed meer? Grote kans dat de meeste snoekbaarzen alweer verder zijn, dus dan is het tijd om mee te migreren!
Migratie is en blijft een prachtig fenomeen onder dieren. Ze doen het niet omdat ze het willen, maar omdat ze moeten overleven. Te weinig is er nog bekend over onze snoekbaarzen, maar stukje bij beetje lost de wetenschap het mysterie op.