Vijf tips voor het kantvissen op snoek

10/03/2023
Vijf tips voor het kantvissen op snoek

Het kantvissen op snoek is een van de meest toegankelijke en populaire manieren van vissen. Je hebt weinig spullen nodig, weinig tijd en je kunt het haast altijd dicht bij huis doen. Super leuk, super simpel. Met deze vijf tips kun jij je tijd maximaal benutten aan de waterkant met maximale resultaten.

 

Tip 1> Maak gebruik van Google Maps

Google Maps is een van je grootste vrienden bij het zoeken van stekken en het uitstippelen van een route. Thuis kun je al uitzoeken waar je kunt en wilt vissen. Op deze manier bespaar je tijd en kun je je tijdens het vissen ook echt focussen op het vissen. Google Maps kan je echt alles laten zien via streetview. Je kunt zien of de stek bereikbaar is, bevisbaar vanaf de kant en je kunt interessante obstakels spotten.

Op Streetview kun je al veel info winnen over je stek.

Sommige wateren merk je amper op wanneer je rond rijdt, met een simpele Google search kun jij al het water in de buurt vinden. Vind je bijvoorbeeld sloten die grenzen aan groter water is de kans ook groot dat er dikke snoeken rond zwemmen. Of gebruik Google Maps om een polder gebied te bekijken. Je kunt makkelijk zien of er lekker veel bruggetjes en duikertjes zijn of dat het een ‘kale’ sloot is, ideaal en het bespaart je veel tijd! Check ook DIT artikel over hoe je goede stekken vind met Google Maps.

 

Tip 2> Je hengelkeuze

Bij het kantvissen op snoek sta je vaak redelijk dicht op het water en soms sta je in haast onmogelijke posities. Maargoed, alles om bij dat ene plekje te komen. Een wat kortere hengel maakt in veel gevallen je leven makkelijker. Je hebt minder hinder van bomen en je bent zelf ook minder mensen tot last wanneer je werpt. Vaak loopt er achter je stek een fietspad of voetpad en je zit niet te wachten op een boze voorbijganger.

Vanaf de kant heb je vaak te maken met obstakels, een iets kortere hengel helpt daar tegen! FOTO: Toon van Ham.

Dit zijn natuurlijk kleine punten, maar als je alles bij elkaar optelt, heeft een korte hengel meer voordelen dan een lange. Je hoeft vaak ook niet ver te werpen en op die korte afstanden heb je de hefboom van een lange hengel niet zo nodig. Kortom, een lange hengel zit je vaak meer in de weg dan dat ‘ie nuttig is. Een kortere hengel is vaak ook wat lichter en vermoeit je minder snel. Tuurlijk komt het neer op persoonlijke voorkeur, dus experimenteer vooral!

 

Tip 3> Vergeet je eigen kantje niet

Misschien een tip die al vaker voorbij is gekomen, maar wel een belangrijke. Vergeet bij het kantvissen op snoek absoluut je eigen kantje niet. Gooi eerst de kant af waar je zelf staat, hier liggen de snoeken ook gewoon. Iedereen gooit altijd maar zo naar de overkant of naar het midden, maar waarom niet onder je eigen kant?

Onder je eigen kant valt ook zat te halen. 

Benader je stek dan ook altijd voorzichtig, je voetstappen dreunen ver door, zeker als je op gras loopt, heeft de snoek jou allang gehoord. Blijf ook even een paar meter weg van je kantje, want de snoek kan jou gewoon zien staan. Heb jij de snoek gezien, dan heeft hij jou ook al lang gezien en dan is je kans verkeken, zeker op wateren waar veel gevist wordt. Wees dus voorzichtig, gooi eerst je eigen kantjes af en maak niet teveel kabaal.

 

Tip 4> Inschatten van je kansen

Als je steeds meer ervaring opdoet, ga je snappen waar je meer tijd in moet steken en waar minder tijd. Je gaat patronen ontdekken, bijvoorbeeld welke wateren goed zijn in de ochtend en welke in de middag, of bepaalde bruggetjes waar vaak snoeken liggen. Om je tijd effectief te besteden, is het belangrijk dat je goed kan inschatten op welke plekken je kansen het grootst zijn.

In een recht slootje liggen ze zeker, maar het kan overal zijn…

In een rechte sloot zonder enige onderbreking is je kans vaak minder groot, er liggen zeker wel snoeken, maar je bent vaak veel tijd kwijt als je zo’n rechte sloot helemaal uit peutert. Ook is het wel een beetje saai. Wanneer je weinig tijd hebt, steek dan je aandacht in onderbrekingen zoals splitsingen, bruggetjes, duikertjes, lelievelden en noem het maar op. Overal waar je denkt dat een snoek in een hinderlaag kan liggen, is een potentieel goede stek! Als je dit goed snapt, kun je zeer effectief vissen en goede zaken doen.

 

Tip 5> Welk seizoen?

Er bestaat geen beste stukje kunstaas, elk type kunstaas heeft weer een speciale kwaliteit. Waar je in de zomer bijvoorbeeld super goed kunt vangen met kleine pluggen en ander nerveus kunstaas, is dat in de winter vaak minder succesvol. Natuurlijk kan het nog wel, maar in de winter zijn er weer andere keuzes die beter zijn. In de winter is traag kunstaas vaak beter, zoals curly tails of streamers/muis imitaties.

In de winter zijn ze traag! Dood aas kan uitkomst bieden.

In het najaar mag je best wat lomper vissen, een grote shad of jerkbait wordt dan vaak vol overgave gegrepen. In het voorjaar werken jerkbaitjes als een tierelier. Speel dus in op de omstandigheden, staan er veel planten, kies dan eens voor een spinnerbait of chatterbait. Deze kun je mooi door het wier heen vissen. Met een beetje logisch nadenken kom je een heel eind! Maar aan het eind van de dag is het beste kunstaas het kunstaas waar jij het lekkerst mee vist en het meest vertrouwen in hebt.

 

Met deze tips wordt het kantvissen op snoek hopelijk weer een stukje makkelijker. Effectief met je tijd omgaan en goed timen wanneer je welke stek kiest, is vaak de sleutel tot succes. Maar misschien het allerbelangrijkst nog voor een goede visdag, genieten! Succes allemaal!