Zo vis je tussen de planten op snoek – Bertus Rozemeijer

27/08/2019
Zo vis je tussen de planten op snoek – Bertus Rozemeijer

Lekker die maanden als het wat af begint te koelen, maar nog steeds is het soms harken op veel wateren met veel waterplanten. Toch zijn het de plekken waar je de snoeken moet zoeken. Snoeklegende Bertus Rozemeijer legt je uit hoe je dit het beste aan kunt pakken.


LET OP! Snoek is extra kwetsbaar in water met te h0ge temperaturen. Klik HIER. Dit artikel omvat Bertus’ visserij einde zomer, begin herfst met ‘normale’ watertemperaturen. 


 

Door Bertus Rozemeijer

We krijgen weer wat ruimte om met kunstaas tussen de planten te vissen. Meestal sterft er na midden augustus al aardig wat af en daar word ik best blij van. Natuurlijk zijn plantjes leuk, maar het is de laatste jaren dankzij de Kaderrichtlijn Water wel een beetje té geworden (klik HIER). Inmiddels zal Rijkswaterstaat dat toch ook wel door hebben.

Als je waterplanten haat moet je niet gaan snoekvissen 😛

Vissen tussen die planten is eigenlijk zoeken naar een stek in een stek. Anders gezegd, zo’n plantenbed is eigenlijk al een stek met in die stek weer duidelijk betere plekken. Dat plantenbed, soms kilometers lang, is best wel een heel lange tijd een toponderkomen voor alles wat zwemt en rooft. Voor ons is het vaak ondoordringbaar maar eigenlijk is een dergelijk, mega plantenbed niets anders dan een natte jungle. Van bovenaf ziet een jungle op land er door de dichte toppen ondoordringbaar uit, meer eronder is er plek genoeg voor een weelde aan leven. Tussen onze plantenbedden is het niet anders en als er dan wat ruimte komt, kun je die beter maar goed benutten.

Begin vroeg en vis eens zo’n kantje uit. Bijna visgarantie!

Voor velen van ons is het mogelijk om lekker hoog in de boot te staan en kijk je op het water. Gebruik je ogen daarom om uit te kijken naar plekken waar je een stuk kunstaas echt kunt vissen. Vaak zijn de waterplanten niet langer groen, maar soms zelfs tegen het zwarte aan en die zie je goed staan in het water.

Ondiep duikende plugjes zijn ook top, twitch ze maar eens in die open stukken en laat ze ook eens stilhangen.

Calculeer daarom je worpen en plaats je kunstaas daar waar je kunt zien dat je ruimte hebt om te vissen. Zorg ervoor dat je kunstaas niet in een baan komt waar je planten tegen komt of hef je kunstaas er overheen. Soms betekent dit dat je maar korte worpjes kunt  maken om de gekozen stek af te vissen. Maak dus geen verre worpen waarvan je niet weet waar het kunstaas landt en of wat het op de weg terug allemaal wat niet tegenkomt. Geloof me, het scheelt een hoop frustratie.

Een nieuwe jerkbait in aankomst. Heerlijk hoog vissend, wijd uitslaand en een super attractieve waggel. Wat wil je nog meer van een jerkbait 😉

Natuurlijk pas je je kunstaas aan naar de omstandigheden. Ik blijf het ondiepe trouw tot soms in november en blijf dan zoeken naar die laatste plekken met wat groen. Daar is op dit moment nog geen sprake van en is er genoeg groen om af te peuteren. Al die tijd hoef je nooit bang te zijn om het echt ondiepe te zoeken. Denk hierbij aan stekken van nog geen meter diep, want ook daar kom je bakken van snoeken tegen.

Probeer geen lange worpen te maken als je niet goed weet waar je kunstaas in terecht komt.

Ook hier weer heb je echt stekken in je stek. Plekken die je als vrijwel-altijd-producerend gaat ervaren en naar de buitenkanten toe altijd wat minder worden. Vraag me niet hoe dat kan, maar keer op keer kom je dit tegen. Natuurlijk ga je juist zo’n stek met zorg en concentratie afvissen. Je kunstaaskeuze moet eigenlijk al bepaald zijn voor je begint.

Doorzetten met een Slider werd beloond!

Ik vis steeds meer met rubber op een shallow screw met onder de buik een beetje gewicht voor de balans. Eén dreg volstaat echt. Ik gruw van meer tussen de planten, je kunt dan net zo goed een baggerpremie bij Rijkswaterstaat gaan aanvragen 😛

Jerkbaits gaan natuurlijk ook. Vooral wanneer ze flink uitslaan en makkelijk hoog te vissen zijn vindt ik ze top. Oh ja, vergeet het neerwaarts meppen met je hengel bij het  vissen van een jerkbait. Doe het juist eens met tikjes omhoog. Niet te hard maar lekker rustig aan.

Torobs en Strikers van Rob Kraaijeveld scoren eigenlijk altijd wel.

Als ik mijn jerkjes een boeggolfje zie maken is dat voor mij het teken dat ik goed zit en hoe meer de jerkbait binnengevist wordt, des te meer ik de hengel wat naar het water toe wijs. Tot slot. Spinnerbaits meenemen. Die mogen niet ontbreken. In dit geval beter geen eivormige bladen (colorado blades) maar wilgenbladen (willow blades) gebruiken. Die slaan minder breed uit en vangen minder planten….

Ga er maar eens voor en vis die mini plekken tussen de planten eens nauwgezet af. Je komt er al snel achter dat dit vaak erg succesvol voor je zal zijn.