De beste fishfinders volgens Bertus Rozemeijer

28/01/2021
De beste fishfinders volgens Bertus Rozemeijer

Al vanaf mijn vroegste jeugd ben ik naast het vissen sowieso in de natuur geïnteresseerd. Mijn vader was geen visser. Af en toe samen met hem wat ‘witjes’ vangen was het hoogst haalbare. Wel nam hij me mee om vanuit een roeibootje de natuur te ontdekken. Volgens mij wist hij er alles van en ik dacht echt met hem op plekken te komen waar nog nooit iemand anders geweest kon zijn. Zo afgelegen en stil. Hoewel hij dus geen visser was, heeft het leren kijken in de natuur me wel tot een betere sportvisser gemaakt.

Door Bertus Rozemeijer

Ik kan echt de hengels neerleggen om alleen te kijken wat er op en aan het water gebeurt.  Het vastleggen met een camera van dat wat gezien wordt is een hobby binnen de hobby geworden, maar als je dan terugbladert in dat wat je gezien hebt en daarop inhaakt legt dat geen windeieren. Vogels spelen daarbij een grote rol en vertellen je, zonder het te zeggen wat je zou moeten doen, wat je kunt doen en waar rovers zwemmen die je daar misschien niet verwacht.

Een van mijn kleinste fishfinders 😉

Iedereen die in polders vist kent het denk ik wel. Je ziet snoek jagen, maar wat je ook aanbiedt, je vangt ze niet. Onze groenjas kan, net als veel andere vissen, behoorlijk gefocust zijn op een bepaald maatje vis. Meestal zijn dat kleine visjes en kun je die niet nabootsen in je imitatie, dan wordt het lastig Esox te foppen.

Je aas op zo een stek mag best wat formaat hebben, maar schiet hierin niet door.

In de polder of een vaartje zie je natuurlijk meer en eerder een snoek jagen dan op groot water. Ja, er zijn plassen waar je regelmatig een machtig raam in het water ziet slaan, maar er zijn er veel meer waar je dat zelden ziet. Toch kun je ook daar goed zien waar vis zit en soms ook, hoe je die het best vangen kan. Je leidraad zijn hier de visetende vogels.

Van sommige vogels kunnen we niet veel hebben.

Denk maar aan de futen en natuurlijk de aalscholvers. Ik weet het, veel sportvissers hebben een probleem met visetende vogels, maar ze vliegen, zwemmen en jagen al langer rond dan wij als soort hier rondhuppelen en de zaak verzieken.

 

Fuut fuut

Futen kunnen je met gemak naar de vis brengen. Natuurlijk is het eerst wel goed kijken want vooral met een beetje wind en hogere golven kijk je er zomaar overheen. Vooral nu, nog maar net voor de eerste nesten alweer gebouwd worden, zie je soms flinke groepen futen bij elkaar en dat is niet zomaar.

Videoshot: Vergeet de meeuwen niet 😉 Met name een zomers tafereel.

Heel vaak jagen de futen in ondiep water. Kijk er niet van op dat bij een watertemperatuur van maar een paar graden je toch veel van die vogels in het ondiepe ziet duiken en dat doen ze niet voor niets.

Futen hebben mij al heel wat keren op het goede spoor gezet.

Stuif er nou niet gelijk als een malle op af, maar geef het even de tijd om ook te zien met wat ze boven komen. Dat is vrijwel altijd klein spul, waar ook de aanwezige snoek volkomen op gefixeerd kan zijn. Vis daar dan ook mee, indien mogelijk. En als je langzaam naar de vogels toe drift, schuiven de futen wel op, maar echt verjagen doe je ze niet. Dat is anders als je er vol gas op af vaart.

 

Water raven

Aalscholvers hebben mij echt al tientallen keren naar de vis gevoerd. Ik weet het, niet veel sportvissers zien ‘ze’ zitten, maar echt, ze horen hier thuis en echt het is geen geïntroduceerde, dus exotische vogel. Maar dit terzijde. Aalscholvers gaan er wel eens met grotere vis vandoor en hebben zo’n 400 gram vis per dag nodig.

Foto boven en onder, waar zouden ze die naam toch vandaan hebben 😛

Het zijn ware opportunisten dus als er iets groots gepakt kan worden, doen ze dat ook, maar met een eigen gewicht van ongeveer drie kilo blijft het hoe dan ook bij bescheiden vissen. Bij het zien van een groep jagende aalscholvers op het ondiepere water sta ik gelijk op scherp. Ik hou eerst afstand tot de vogels klaar zijn op hun stek en vaak collectief wegvliegen.

We konden de aasvissen nog zien zitten!

Tijd voor mij om even op die stek te buurten. Grote vis, en dan denken wij aan snoek en snoekbaars, heeft van een aalscholver niet veel te duchten. Kleine voorn, brasem en baars natuurlijk wel. Lang niet alles wat aangepikt wordt, wordt ook gegeten. Daarom zie je vaak een flink aantal meeuwen en soms reigers boven de plek hangen om de restjes weg te werken.

Nee, het zijn niet alleen maar mega snoeken, maar een handjevol van dit slag kan je dag toch goed maken.

Onder water gebeurt dit ook! Het overkomt me veel te vaak om toevallig te zijn. Nadat de waterraven verdwenen zijn vis ik daar overheen en vang dan vaak bar grote snoeken die zich kennelijk ook tegoed doen aan gewonde en daarom waarschijnlijk makkelijke prooien. In sommige gevallen zie je de vis, soms meerderen nog kakelvers in de magen van die snoeken zitten.

 

Wie dat niet geloven wil, moet het gewoon een paar keer proberen. Kom dan niet aan met slagschepen van kunstaas, want dat werkt niet. Sleep er ook niet even achteloos overheen, want dat wil ook niet, maar geef die stek even de tijd, kam het uit met relatief klein kunstaas en hou dan vooral je hengel goed vast want echt, het kan zomaar gebeuren. Laat deze vogels je de weg wijzen 😛