De sleutel tot succes in de winter – De fireball – Roy Noom

19/03/2019
De sleutel tot succes in de winter – De fireball – Roy Noom

Roy Noom kennen we allemaal als een diehard meervalvisser, maar in de winter vist die maar al te graag op snoek. De laatste jaren ontbrak het echter even aan de snoeksleutel. De echte aantallen en dikke dames bleven uit. Nu, met een nieuwe manier, is het lek boven.

Door Roy Noom

Je herkent het vast wel, je kijkt op tegen de grote snoekvissers. Onwijze bakken van snoeken vangen, hoe doen die mannen het toch? In het vissen op meerval kan ik een aardig potje breken, maar als ik dan de afgelopen jaren naar de grote mannen in het snoekvissen kijk… Bertus Rozemeijer, Sean Wit en Hilco van Nuil om er zo maar eens drie te noemen. Deze toppers vangen zich altijd een slag in de rondte…

We vingen heus wel, maar we voelden dat er meer te halen was.

Natuurlijk zijn er veel meer topvissers op snoek, zij het wat minder op de voorgrond. Zomaar een kleine greep: De Struikrovers, Marc Zitvast, Erik Visser, Albert Dekker, Hans van de Brink, Arjan Supersnoeker, Marcel Hoekman, Jan Kiel, Edwin Kerssies en Mark Verhoeven. Stuk voor stuk zijn ze de moeite waard om te volgen op social media.  Temeer omdat ze uitleg geven over hun aanpak. Iets waar je je eigen visserij mee naar een next level kunt tillen.

We wilden meer vis en onze ogen waren gericht op de echte monsters.

Het lek boven?

De mannen die hierboven omschreven staan hebben allemaal hun eigen skills met betrekking tot hun visserij op snoek. De een werpt zich een slag in de rondte met kunstaas, de ander is een echte statische baas, weer een ander trolt met gigantische planerboards en zo heb je er nog wel meer. Stuk voor stuk visserijen die kunnen leiden tot grote aantallen en ook dikke vissen.

Ik heb even zitten twijfelen of ik hun namen moest noemen,  want zitten deze mannen daar wel op te wachten? Ik heb op een enkeling na geen contact met deze mannen, maar ze zijn wel bepalend geweest voor mijn visserij. Ik weet onder andere hoe ik nu de snoekvisserij in de winter moet aanpakken.

Jammer van die vervelende bijvangsten 😛

Iedere winter trok ik eropuit met mijn vismaat Bart (en de boot) om de snoeken achterna te zitten. We trolden vaak 35 à 50 kilometer per dag door het Noord-Hollandse landschap, we wisselden wat met kleine en grote stukken kunstaas. De ene keer gingen we de ene kant op en de keer erna de andere kant. Zo nu en dan doken we ook van het kanaal af, de polder in. Verder wisselden we vaak in snelheid van 4 à 6 kilometer per uur om te kijken of die snelheid wellicht van doorslaggevend belang was.

Metersnoekbaars tijdens het snoeken. Tja, dat is meer dan een bonus!!!

We kwamen vaak langs de mooiste plekjes waar we grote scholen aasvissen tegenkwamen. Ja, daar liggen ook de big mama’s, dat weten we allemaal. Een enkele keer haakten we op dit soort plekken vis, maar we trolden ongestoord door. Zulke dagen leverden soms wel bijna tien vissen op. We keerden altijd tevreden huiswaarts, maar misten soms die ene kneiter. Ook gingen we heus wel werpend aan de slag, maar dat bracht in die koude periode niet het gewenste resultaat. Wat ons wel opviel, was dat de gevangen snoeken altijd onder de bloedzuigertjes zaten… hadden we die dan wakker geschut van hun rustplaats op de bodem?

Zelfs vanaf de kant ging het roer om.

Na enige uren overleg met mijn vismaat, besloten we om het roer om te gooien qua snoekvisserij. Dat trollen zouden we aan de kant schuiven, hoe mooi die kunstaasjes ook door het water zwommen en ratelden. Het moest anders, we hebben immers een leuke boot tot onze beschikking met fronttroller, wat misschien wel het allerbelangrijkste onderdeel was voor onze nieuwe aanpak.

We waren het er beiden over eens dat onze visserij met de buitenboordmotor gewoon te hard ging tijdens de winterse dagen. De snoeken zijn in deze dagen wat passiever en komen naar mijn mening het kunstaas niet meer halen. Onze visserij zouden we voor minimaal vier vissessies omgooien naar het slepen met doodaas vissen gemonteerd aan de fireball onder een sleepdobber.

Zo mooi als de code wordt gekraakt.

Inmiddels weten we na al dat varen en gesleep met kunstaas waar de scholen aasvis zich zouden ophouden. Deze stroken zouden we dan ook een voor een uit kunnen kammen met onze vernieuwde visserij. De eerste vier vissessies vlogen voorbij en we werkten als een team in de boot. Daarnaast hadden we nu een paar handen vrij door het vissen met de frontroller.

We vissen met twee hengels bakboord en twee stuurboord, dit om het water met acht meter breeedte af te dekken. Zo bestrijken we bij elk traject een mooie strook viswater, daarnaast bevissen we zoveel mogelijk de zonnige kanten van het water, dat ene graadje warmer zou voor de koudbloedige snoeken toch voor net dat beetje extra actie kunnen zorgen. Ik weet het, voor menigeen is de visserij gesneden koek, voor ons ging er in ieder geval een wereld open.

We staan al te trappelen voor de volgende winter. Nu eerst alles gereed voor de meerval 🙂

Vrij snel kwamen we erachter dat onze vaarsnelheid tussen de 0,8 en de 1,5 km/u moest liggen, om zo dode aasvissen traag door het water te slepen. Wat een verschil met de 4 à 6 km/u!  Het bijzondere was dat we de eerste paar sessies al in de dubbele cijfers vingen, dat was ons die jaren ervoor nog geen enkele keer gebeurd. Dus toeval kon het zeker niet zijn. Niet veel sessies daarna konden we niet anders vaststellen dat we het eerdere winters verkeerd hadden aangepakt en dat we nu de sleutel hadden gevonden.

De montage

We vissen met 30 grams sleepdobbers gecombineerd met 28 grams fireballs, dit om zo verticaal als mogelijk, het aas aan te kunnen bieden. Aan de fireball hangen we een flinke aasvis, die we maximaal een meter boven de bodem vissen. De snoek in rusthouding willen we immers een grote hap bieden voor relatief weinig te leveren energie.

Onze fireball montages.

Inmiddels heeft deze visserij voor ons een hele andere dimensie gekregen, we vissen nog steeds op hetzelfde water als de afgelopen jaren. We kunnen concluderen dat deze methode van november tot eind februari meer dan goed is. We hebben geregeld dagen gehad waarbij er meer dan 20 vissen inde boot kwamen, dit was tot een paar jaar terug een utopie. Een bijkomende meevaller was dat het aantal grote vissen dat gevangen werd, nu verviervoudigd is. Daarnaast komt er soms ook nog een gigantische bijvangst voorbij.

Je hoeft niet op andere wateren te vissen, om meer en grotere vissen te vangen. Gooi het roer eens om en verdiep je in een andere techniek. De eerdergenoemde mannen hebben mij indirect naar deze visserij gestuurd, het vangt en werkt niet normaal goed! Daar ben ik ze dankbaar voor.

Roy Noom