Perfecte controle over de wind – 7 drift tips die je als bootvisser onder de knie moet hebben

20/02/2020
Perfecte controle over de wind – 7 drift tips die je als bootvisser onder de knie moet hebben

Regen, sneeuw, hagel, wolken, veel zon, etc. het zijn stuk voor stuk weerselementen die we willen weten maar waar we weinig vat of controle over hebben. Met wind is dat heel anders, al helemaal voor het werpend vissen met een boot. Wil jij het maximale uit een visdag halen en de perfecte drift onder de knie hebben? Laat expert Robert-Paul Wolters van Westin je op weg helpen.

Door Robert-Paul Wolters

Tijdens het snoekvissen vanaf een boot mag ik maar wat graag driften. Deze techniek is erg effectief aangezien je veel water bestrijkt en dit toch relatief nauwkeurig afvist. De makkelijkste manier om te driften is vanzelfsprekend met de wind mee. Zo kan ik zelf gerust kiezen voor stekken die mooi met de wind mee te bevissen zijn, terwijl ik weet dat het wellicht niet de beste stekken zijn.

Hierbij de legenda voor onderstaande situatieschetsen…

 

SITUATIE 1A> Met ‘t windje mee

Met de wind mee de oeverzones bestoken…

Op de meeste wateren die ik bevis heb ik wel een stek voor elke windrichting voorhanden. Laten we even uitgaan van de meest voorkomende zuidwestenwind. Sommige van de wateren die ik bevis zijn langgerekt in min of meer noordoostelijke richting en zijn daarmee prima af te driften met de zuidwestenwind. Meestal kies ik er dan voor om vooral de oeverzones de nodige aandacht te geven.

De juiste drift maken is cruciaal!

Hier vind je vaak een mooi relatief scherp talud en in de directe oever staan vaak plompen, wieren en/of fonteinkruid. Staat er heel weinig wind, kracht 1 of 2? Dan laat ik de boot gewoon dobberen. De punt van de boot wijst naar de oever, zodat ik desnoods de boot een stukje achteruit kan trekken, indien nodig. Dat achteruit varen doe ik vrijwel altijd als ik de boot corrigeer; het stuurt wat directer naar mijn mening. Met een fronttroller op de boot, zou ik het persoonlijk omdraaien; de elektromotor staat dus van de oever af. De beide vissers kunnen nu samen de oever uitwerpen.

Ropa in zijn sas met een goede driftzak.

De afstand tot de oever hangt sterk af van het type water en het bijbehorende bodemverloop. Wordt het ter plekke snel dieper (steil talud), dan houd ik de boot vaak kort bij de oever om zo met meerdere korte worpen de plantrijke oevers te bestoken. Loopt de bodem geleidelijker af, dan vergroot ik de afstand tot maximaal een meter of dertig.

Een ingenieus systeem voor het optimaal positioneren van de driftzak. Check de video met tekst en uitleg. Klik HIER.

En wat als de wind wat toeneemt, denk aan windkracht 3-4? Wel, dan gaat de driftzak overboord. Houd het touw gerust lekker kort. Je zult zien dat de boot nu flink geremd wordt. Ik plaats de zak nu gewoon in het midden, of ietsjes richting de punt van de boot. De punt van mijn boot is wat hoger dan de spiegel en waait zodoende het eerste om; de driftzak iets richting de punt plaatsen, kan dit corrigeren.

 

SITUATIE 1B> Verder van de kant

Laat de wind je niet uit koers blazen.

Bij situatie 1b verandert er niet zo veel; nog steeds driften we met de wind mee, maar nu bevissen we stekken die verder van de oever af liggen. Denk aan een fraai plateau met plantenvelden. Ook nu zijn de correcties met de elektromotor minimaal; we driften immers nog steeds gunstig. Het grootste verschil zit hem in het benaderen van de stekken. Goede stekken liggen nu zowel links als rechts, voor als achter de boot.

Vergeet niet schuin te werpen om zoveel mogelijk vers water te pakken…

Beiden dezelfde kant afvissen is nu niet logisch. Mijn vismaten en ik vissen nu elk een eigen kant af. Worden er in de oeverzone vaak meerdere korte worpen gemaakt, nu maak ik juist lange worpen, enigszins schuin voor de drift uit. Omdat de wind de boot verplaatst en het kunstaas tijdens een lange worp tijd nodig heeft om terug te zwemmen, verandert de hoek waarin het kunstaas wordt binnengevist. Het kunstaas maakt dus een soort bocht. Door nu steeds in dezelfde richting te werpen, dek je steeds een verse strook water af.

 

SITUATIE 2A> De wind schuin op de kant

Waar liggen de topstekken, hoe staat de wind en hoe ga jij hierop anticiperen?

Zoals gezegd gaat mijn voorkeur er altijd naar uit om met de wind mee te driften, indien mogelijk. Maar soms kan de structuur van een water je er toe dwingen sommige stekken, waar de wind ongunstig op staat, af te vissen. Bij wind uit een ongunstige hoek verloopt de drift meestal schuin op de wind. In situatie 2a staat de wind bijvoorbeeld schuin op de kant. Dit is niet alleen lastig, maar soms ook gevaarlijk; de wind kan je hier makkelijk op de kant blazen als je een fout maakt, of wanneer je tijdens bijvoorbeeld de dril van een vis even de controle verliest (of vergeet). De boot heeft nu de neiging om, dwars op de wind, richting de oever te drijven.

Even zoeken op welke stand je de elektro stationair laat draaien.

Ook nu wordt bij wat hardere wind de driftzak ingezet. Het verschil is nu dat de elektromotor actief wordt ingezet om de wind de baas te blijven en zo een gelijke afstand tot de oever te bewaren. De tekening maakt hier een hoop duidelijk; ook nu is de elektromotor van de oever af gericht. Ik trek nu de boot schuin tegen de wind in, van de oever af. Dat doe ik niet in fases, maar constant; de elektromotor draait dus stationair op de juiste snelheid. Die juiste snelheid, dat is een kwestie van aanvoelen. Probeer ervoor te zorgen dat de afstand ten opzichte van de oever niet of nauwelijks wijzigt en je zit goed.

Bij windvlagen is het niet anders dan dat je continu moet corrigeren.

Bij de situatie zoals geschetst is de vaarrichting van de boot met behulp van de elektromotor haaks gericht op de windrichting. Dat is natuurlijk logisch, aangezien de boot als vanzelf dwars op de wind gaat liggen. Maar in de praktijk wordt er vaak heel veel aandacht geschonken aan tal van stuurcorrecties, terwijl als eenmaal de juiste hoek en kracht bepaald zijn, het echt niet zo lastig is om nu effectief te vissen, en dat voor beide vissers. Het wordt anders als de wind een erg ‘vlagerig’ karakter heeft, want dan moet de kracht van de elektromotor wel constant worden veranderd. Dit kan heel erg vervelend zijn voor de man die de elektromotor bedienen moet, maar soms kan het gewoon even niet anders.

 

SITUATIE 2B> De wind schuin vanaf de kant

 

Bijvangst van snoekbaars. Iets dat net zo goed in de oeverzone kan gebeuren.

Ook heel vervelend is situatie 2b. Nu staat de wind schuin van de oever af. Dit soort situaties vermijd ik liever. Maar hoewel de kant waar de wind op staat meestal effectiever is dan dit soort stekken, kan het zijn dat er net een plantenveld of talud ligt dat toch wel de moeite van het afvissen waard is. Nu plaats ik de boot met de elektromotor juist naar de oever toe, om de boot schuin richting de oever te trekken.

Niet een van de makkelijkste situaties.

Ik plaats nu de driftzak ook verder in de punt; met de driftzak in het midden wordt het voor de vismaat wel erg lastig om de stek lekker af te werpen, en zelfs als dat wel lukt, kan een driftzak op deze plaats nu erg vervelend zijn tijdens de dril van een grote vis. Door die driftzak in de punt, zal de achterkant wat meer willen uitbreken; deze wordt nu immers minder geremd. Dit wordt gecorrigeerd door de motor wat schuiner, in een scherpere hoek ten opzichte van de wind te laten draaien. Ook nu het liefst stationair. Nadeel is dat de drift nu wel erg langzaam verloopt, en dat is op sommige dagen niet wenselijk. Soms moet je gewoon even opschieten, maar zoals gezegd moet je in dergelijke lastige situaties soms ook accepteren en soms kost dat gewoonweg de nodige moeite.

 

SITUATIE 3> No wind, no glory? Bull shit

Geen wind en misschien is de vis dan wel wat minder actief, maar jij hebt perfecte controle over de drift.

‘Geen wind, geen snoek’, dat is een term die erg hardnekkig is. Iemand vroeg mij ooit eens tijdens hoe ik stond ten opzichte van deze stelling. Ik gaf aan niet zo te geloven in dergelijke dogma’s. Harde wind kan misschien wel de snoek actiever maken, maar met geen of weinig wind kan ik wel de boot optimaal controleren en zo precies de stekken bevissen die ik wil en in het tempo dat ik wil. Netto maakt het zodoende volgens mij heel weinig uit! Nu kan ik heel nauwkeurig de boot zo positioneren dat deze traag voort dobbert, of, in de meeste gevallen, trek ik de boot nu langzaam met de elektromotor langs de interessante stekken. Gewoon, de motor traag in zijn achteruit en op de juiste afstand langs de interessante oevers en andere stekken sturen. Nadeel is dat je nu regelmatig moet corrigeren (de wind doet nu immers weinig tot niets), groot voordeel is dat je precies het tempo kunt aanhouden dat jij wilt.

 

SITUATIE 4A> Veel wind

Gaan of niet gaan?

En wat als de windkracht zodanig is, dat de boot bijna schaatsend over de golven gaat? Afhankelijk van de boot en de openheid van het water kan dit bij windkracht 5 al het geval zijn. Nu dwars op de wind driften is nagenoeg onmogelijk. Schuin op de wind kan wel, maar zal veel vragen van de elektromotor.

Veel wind en midden op het water je ding doen.

Deze zal in een hoge stand stationair moeten draaien om de wind de baas te blijven, en onder dergelijke omstandigheden trek je zelfs een goede, volle accu op een halve visdag zo goed als leeg. Beter is het nu om de beperkingen te accepteren en gewoon ‘met de wind mee’ te driften. Misschien niet op alle stekken even effectief, maar je moet wat. Om de effectiviteit toch nog iets te verhogen, gebruik ik nu vaak twee driftzakken; een in het midden, en een in de punt.

 

SITUATIE 4B> Echt ruig!

Voor als je eigenlijk gewoon lekker thuis moet blijven 😛

Een enkele keer per jaar zitten we zo wel eens met echt ruig weer op het water. Dat zijn de dagen dat je jezelf echt moet afvragen of het niet tijd wordt om die lekker beschutte polder weer eens op te zoeken en gewoon vanaf de kant te pielen. Maar ja, soms zijn we niet verstandig en wagen we de gok. Trollend kun je vaak nog wel een eind komen, maar driftend? De enige mogelijkheid is nu om de neus in de wind te houden. Golven beuken vaak te hard tegen de zijkant om je nog enige vastigheid onder je voeten te geven. Met een driftzak in de punt van de boot vangt de spiegel de meeste klappen op en het is verbazend hoe redelijk je hier nog mee uit de voeten kan. Bijsturen is nu echter bijna niet mogelijk; beter is het om meerdere korte of langere driften te maken om een gebied te bestrijken.

Wind kan behalve ijs een echt no go worden om te gaan vissen. Leg je daarbij neer als het echt gaat spoken op het water.

Maar houd nogmaals je eigen veiligheid in het oog. Hoewel je het in de praktijk zelden ziet, is het dragen van een reddingsvest nu echt niet zo gek. Stoere visverhalen zijn pas echt stoer als je ze kunt doorvertellen…

De geschetste situaties zijn slechts voorbeelden en vormen richtlijnen. Leer de eigenschappen kennen van de boot waarin je vaart en probeer uit te vinden hoe je deze het best kunt controleren. Dat doe je niet direct bij harde wind en extreme omstandigheden, maar gewoon bij een lekkere, zomerse bries. Boven alles Roofmeisters, veiligheid boven alles!