Hoe bepaal je met werpen op snoekbaars de juiste balans in je loodkop?

Een van de meest gemaakte fouten met het jiggen op snoekbaars is het verkeerd kiezen van het loodgewicht. Bij veel mensen zakt de shad veel te snel naar de grond, of juist helemaal niet. In dit artikel leggen we jou precies uit hoe jij nooit meer het verkeerde loodgewicht kiest.

Header Foto: Simcha Mijnsbergen Het loodgewicht: een cruciale factor in de visserij op snoekbaars. Wanneer is het nou te zwaar, wanneer nou te licht en wanneer nou precies goed? Het loodgewicht hangt ook af van je kunstaas. Stel, je wilt heel traag vissen op ondiep water, dan kies je uiteraard een zeer licht gewicht. Het probleem is dan niet of je bodem haalt, maar of je shad wel actie heeft. Stem je softbait dus ook goed af op je loodgewicht. Test de actie altijd even voor je voeten.

Licht vissen op ondiep water zorgt voor brute aanbeten. Ze zuigen je aas gemakkelijk op. FOTO: Mats van Dijk

Ook heeft groter kunstaas een hoger loodgewicht nodig dan kleiner kunstaas op dezelfde stek. Groot kunstaas heeft natuurlijk meer weerstand in het water. V-staarten hebben juist weer minder weerstand en vereisen net wat minder loodgewicht dan een shad met een dikke schoepstaart. Nog zoiets is de diepte van het water. Hoe dieper, hoe zwaarder en hoe ondieper, hoe lichter je moet vissen. Allemaal kleine dingen waar je rekening mee kunt en moet houden om je aas optimaal aan te bieden.

De vuistregels

Wanneer je bij het water komt, zie je natuurlijk al hoe de wind staat en of er stroming staat. Hoe meer wind en stroming, hoe zwaarder het lood natuurlijk. De wind heb je ook het liefst in de rug, of recht in je gezicht. Komt de wind hard van de zijkant, dan kun je beter alleen langs de kanten vissen want secuur vissen wordt dan erg moeilijk. Ken je de stek en de dieptes nog niet, dan begin je met bijvoorbeeld 10 gram. Maak een korte worp van een meter of 15 en laat aan strakke lijn afzakken.

Houd je hengel in een hoek van 45 graden en laat op strakke lijn afzakken.

Draai vervolgens twee slagen met de molen en tel hoelang het duurt voordat je de bodem raakt. Is dit tussen de drie en vijf seconden? Dan zit je voor nu goed. Zo niet, pas dan je gewicht aan en tel opnieuw tot je het juiste gewicht te pakken hebt. Bodem voelen is voor sommigen lastig. Houd daarom ook goed je lijn in de gaten. Deze valt namelijk slap als je shad de bodem raakt. Hierbij voel je ook een zachte tik. Voel en kijk dus goed, want door naar de lijn te kijken en goed te focussen op wat je voelt, leer je het snel.

Stroomt het hard en is het diep? Ga dan zo zwaar als nodig. FOTO: Rob Nullens

Nog iets om rekening mee te houden, is de afstand tussen jou en je shad. Hoe dichter de shad bij je komt, hoe minder slagen je van de molen moet maken. De shad trek je anders veel te ver van de bodem af. Ligt je shad ver, dan mag je best een slag extra geven. Dit heeft te maken met de hoek van je lijn. Als de shad dichtbij je is, is de hoek vrij haaks en trek je de shad enkel nog omhoog en niet echt vooruit. Een kleinere slag volstaat dan om je shad nog bij de bodem te houden.

Midstrolling

Een techniek die steeds meer in opkomst is, is midstrolling. Dit houdt in dat je je shad monotoon vlak boven de bodem binnen spint op langzaam tempo. Door live sonar technologie hebben steeds meer vissers gemerkt dat de op en neer beweging van de shad meer afschrikt dan dat het aantrekt. Daarom vissen steeds meer vissers de shad monotoon binnen.

Ondiep water, licht kopje!

Dit is technisch lastiger, want hoe voel je nou wanneer je het juiste gewicht hebt? Ook hier wil je zo licht mogelijk vissen, maar moet je wel dicht genoeg bij de bodem zitten. Ook hier laat je je shad aan strakke lijn zinken totdat je bodem hebt. Vervolgens ga je rustig spinnen. Als je te zwaar vist, komt je shad niet van de bodem. Dit voel je duidelijk en dat betekent dat je lichter moet vissen. Komt je shad mooi van de bodem als je rustig binnen vist, dan is het goed. Na een meter of 5 à 10 laat je de shad weer naar de bodem zakken. Haal je binnen 1 à 3 seconden de bodem, dan weet je dat je op de juiste afstand van de bodem vist.

Gewoon rustig binnen spinnen met een creature bait op een licht kopje deed de truc op een slechte dag.

Duurt het langer, dan kun je net een tandje zwaarder gaan vissen, of je tempo verlagen. In één worp tik je meestal even twee keer de bodem aan, puur om te checken of je wel in de juiste zone zit. Heb je dit goed door, dan ben je lekker bezig!

Vissen op snoekbaars is vrij technisch en voor beginners best pittig. Het voelen is even wennen, maar met dit artikel hopen we je weer iets wijzer te maken!