De ene zegt dat roofvis diep weg trekt in de zomer en de ander vertelt juist dat je in de zomer ondiep in de planten moet vissen. Maar hoe zit dat nou? Wanneer ga je juist dieper zoeken en wanneer ga je ondiep zoeken? Dit is per water verschillend en het hangt van veel verschillende factoren af. In dit artikel pluizen we het uit! Header Foto: Ensar Vurel
Snoek> Koel zoeken, maar niet altijd diep
Snoek is een echte opportunist, maar ook gevoelig voor warm water en lage zuurstofniveaus. Wanneer de oppervlaktetemperatuur boven de 22 graden komt, zoekt snoek vaak naar koelere lagen, maar dat betekent niet per se diep water. In heldere meren kan snoek in de zomer op 3–6 meter diepte verblijven of zelfs dieper, vaak bij de randen van plantenbedden die zuurstofrijk blijven of diepere taludranden.

Thijs van der Sanden is een vroege vogel en met succes!
In troebel of voedselrijk water blijft snoek soms juist ondiep, zolang er schaduw of veel aasvis aanwezig is. Gemiddeld genomen zal een snoek in de ochtend vrij ondiep jagen en als het lichter wordt weer wat dieper afzakken, om vervolgens in de avond weer ondieper te jagen.
Snoekbaars> Een echte schaduw liefhebber
Snoekbaars houdt van stabiele omstandigheden en vindt die in de zomer meestal dieper of op plekken in de schaduw. Je kunt best zeggen dat snoekbaarzen een beetje lichtschuw zijn. Op grote meren kan dat 6–12 meter zijn, op rivieren vaak de diepe gaten, kribvakken en geulen. In troebel water kan snoekbaars ook overdag ondieper jagen, maar op heldere wateren trekt hij zich overdag meestal terug naar de donkere dieptes.

Snoekbaars kun je vaak vinden op schaduwrijke plekken. FOTO: Wouter Booi
Nachtvissen kan in de zomer ontzettend goed zijn, omdat snoekbaars dan naar ondiepere zones trekt om te jagen. Niet alleen in de zomer trouwens, het hele jaar door is snoekbaars goed te vangen in het donker. Wil jij overdag graag snoekbaars vangen? Vis dan eens onder bruggen en andere schaduwrijke plekken, of vis de diepere delen van het water af. Kortom, een snoekbaars vang je overdag dieper, ’s nachts ondieper. Bij helder water trekken ze dieper weg en bij troebel water maak je ondiep ook goede kans.
Baars> Een mysterieuze vis
Baars is en blijft gewoon een mysterieuze vis waar toch lastig een pijl op te trekken is. De ene keer zitten ze extreem ondiep, de andere keer dieper. Wat we wel weten van goede baars vissers, is dat baarzen echt op een plekje kunnen ‘wonen’. Dat betekent dat ze jaar rond hetzelfde mosselbankje amper verlaten of in ieder geval in de buurt blijven. Ze volgen dus gewoon het voedsel en als er ergens voedsel is, dan kunnen ze lang blijven.

Baarzen kunnen soms echt aan staan in de vroege ochtend.
Zolang er genoeg zuurstof in het water is, hebben baarzen weinig problemen. Ook bij baarzen geldt dat je ze toch het beste vangt in de ochtend- en avond uurtjes. Wanneer het lekker waait, kun je ze ondieper vinden dan normaal. Bij weinig wind en hitte, is het slimmer om op de diepere structuren te vissen of schaduwrijke plekken.
Enkele vuistregels
Voor roofvissen in het algemeen kun je een paar simpele vuistregels aanhouden als het gaat om de keuze tussen diep of ondiep vissen. Vier factoren spelen daarbij een grote rol: wind, lichtinval, tijd van het jaar en waterkleur. Deze zijn sterker met elkaar verbonden dan veel vissers denken.
Staat er geen wind en is het water helder, dan dringt het licht fel door op het ondiepe. Dat heeft twee nadelen: aasvis ziet roofvis eerder aankomen én roofvis ziet jou ook sneller. Beide maken de vis voorzichtiger en moeilijker te vangen. Wanneer er juist wel een windje staat en de lucht bewolkt is, dan valt er minder licht in het water.

Een versimpelde weergave van wat vuistregeltjes!
Het zicht onder water neemt af en het zuurstofgehalte neemt toe waardoor roofvissen meer vertrouwen hebben om ondiep te jagen. Ook de waterkleur is belangrijk. In troebel water kun je vaak gemakkelijker ondiep vangen, omdat het zicht beperkt is en de vis zich veiliger voelt.
“Net als grote jagers op het land, benutten roofvissen de schemer om te jagen”
In kraakhelder water zul je overdag vaak dieper moeten zoeken. De ochtend- en avonduren zijn in de zomer vaak topmomenten. Dan is het licht minder fel en vallen roofvissen minder op voor hun prooi. Net als grote jagers op het land, benutten roofvissen de schemer om te jagen. Overdag, zeker in de felle zomerzon, liggen ze vaker dieper dan bijvoorbeeld in de herfst of voorjaar.
Conclusie
Dieper vissen in de zomer is soms nodig, maar niet altijd de oplossing. Let op de lichtinval, wind, waterkleur en aasvisactiviteit. Aan de hand van de vuistregels kun je als beginner goed uit de voeten. De ervaren vissers zullen vast hun eigen kennis al hebben! Op rivieren kun je vaak ondieper blijven vissen, terwijl diepe, heldere meren je soms dwingen de koelere lagen op te zoeken. En vergeet de vroege ochtend en late avond niet: dat zijn momenten waarop zelfs de grootste vissen ineens ondiep kunnen jagen.
Het blijven vissen die gewoon kunnen doen waar ze zin in hebben, dus er zijn altijd uitzonderingen. Maar aan de hand van de vuistregels en dit artikel kun je ver komen!