Welke invloed heeft de temperatuur van het water op de stofwisseling van vissen?

23/08/2025
Welke invloed heeft de temperatuur van het water op de stofwisseling van vissen?

Zoals velen van jullie wel weten, zijn vissen koudbloedige dieren. Eerder hebben we al eens een artikel geschreven wat koudbloedig precies is, klik HIER. Ook hebben we hierin een paar gevolgen beschreven van koudbloedigheid. Zo heeft de temperatuur van het water invloed op de stofwisseling van de vis en die stofwisseling, die bepaalt eigenlijk alles! Hoeveel energie de vis heeft, hoeveel hij moet jagen en nog veel meer. In dit artikel leggen we jou precies uit wat die stofwisseling inhoudt!

Stofwisseling, ook wel metabolisme genoemd, is het geheel aan processen in het lichaam waarbij energie wordt omgezet en gebruikt. Bij vissen gaat het om alles wat ze nodig hebben om te overleven: bewegen, jagen, herstellen van weefsel, het verteren van voedsel en zelfs ademhalen. Omdat vissen koudbloedig zijn, wordt hun stofwisseling direct beïnvloed door de temperatuur van het water waarin ze leven.

Het verschil tussen koud- en warmbloedige dieren simpel weergegeven.

Bij warmbloedige dieren, zoals wij mensen, houdt het lichaam zelf een constante temperatuur aan, ongeacht de omgeving. Dat kost veel energie, maar maakt ons onafhankelijker van het weer. Vissen daarentegen passen zich volledig aan de omgevingstemperatuur aan. Dat betekent dat hun interne processen sneller of juist trager gaan, afhankelijk van hoe warm of koud het water is.

 

Hoe temperatuur de stofwisseling beïnvloedt

De basisregel is simpel: hoe warmer het water, hoe sneller de stofwisseling van de vis verloopt. In warmer water bewegen de moleculen in hun lichaam sneller, waardoor enzymen en andere biochemische processen ook sneller werken. Het gevolg: de vis is actiever, heeft meer energie, maar verbruikt die energie ook sneller.

In warm water is de stofwisseling hoger!

In kouder water gebeurt precies het tegenovergestelde. Alles vertraagt: het verteringsproces, de spieractiviteit, zelfs het reageren op prikkels uit de omgeving. Vissen worden trager en eten minder, omdat hun energieverbruik omlaag gaat. Het verband tussen temperatuur en stofwisseling wordt vaak uitgedrukt met de zogenaamde Q10-waarde. Die zegt hoeveel de snelheid van een proces toeneemt bij een temperatuurstijging van 10 graden Celsius. Voor veel vissen geldt een Q10 van ongeveer 2: dat betekent dat hun stofwisseling bij 20 graden ongeveer twee keer zo snel is als bij 10 graden.

 

Het optimale temperatuurbereik

Elke vissoort heeft een eigen optimale temperatuurbereik waarin de stofwisseling perfect in balans is. Daarbinnen zijn ze actief, eten ze goed en groeien ze het snelst. Voor snoek is de temperatuur optimaal rond 15–18°C. Dit is ook de reden dat we met warme temperaturen liever niet op ze vissen, want hun zuurstof verbruik is dan veel te hoog. Snoekbaars kan het beter aan, hier is de temperatuur optimaal rond 18–22°C. Baarzen zitten er wat tussenin met optimale temperaturen rond de 17–20°C.

Snoek is een echte koud water vis, dat zie je ook aan de optimum temperatuur.

Komt de temperatuur (ver) boven dit optimum, dan gaat de stofwisseling wel verder omhoog, maar dat brengt problemen met zich mee. Bij hogere temperaturen neemt het zuurstofgehalte van water af, terwijl de vis juist méér zuurstof nodig heeft om die versnelde stofwisseling bij te houden. Dit kan leiden tot stress en in extreme gevallen tot sterfte.

In koud water speelt het omgekeerde probleem: zuurstof is er genoeg, maar de stofwisseling is zo traag dat de vis minder eet en zich weinig verplaatst.

In koud water speelt het omgekeerde probleem: zuurstof is er genoeg, maar de stofwisseling is zo traag dat de vis minder eet en zich weinig verplaatst. Voor een visser betekent dit vaak dat de vis minder agressief jaagt. Dit maakt het dus moeilijker om ze te vangen en daarom werken trage technieken in de winter beter.

 

Effecten op gedrag en jachtgedrag

De stofwisseling beïnvloedt direct hoe en wanneer vissen jagen. Bij een hogere stofwisseling moeten ze vaker eten, wat ze actiever maakt. Toch betekent dat niet dat ze op elk moment makkelijk te vangen zijn. In de zomer bijvoorbeeld, als het water erg warm is, kan de stofwisseling zó hoog worden dat vissen zich juist terugtrekken naar koelere, dieper gelegen zones om energie en zuurstof te sparen.

In de zomer jagen ze veel actiever en vaker, maar te hoge temperaturen kan de vis ook dwingen om passiever te worden.

In koud water jagen vissen minder vaak, maar vaak wel op momenten dat ze de meeste energie kunnen winnen in verhouding tot de inspanning. Dat kan in de winter leiden tot korte maar felle bijtpieken.

 

Seizoensinvloeden

Lage watertemperaturen in de winter vertragen de stofwisseling sterk. Vissen liggen vaak stil, zoeken diepe plekken op en eten sporadisch. Stijgende temperaturen in het voorjaar brengen de stofwisseling weer op gang. Dit is vaak een periode van hoge voedselopname om reserves aan te vullen.

In de winter kunnen trage technieken heel effectief zijn.

Hoge temperaturen in de zomer versnellen de stofwisseling, maar kunnen bij extreme warmte juist leiden tot stress en minder activiteit overdag. Afkoeling van het water in de herfst brengt de stofwisseling naar een comfortabel tempo. Veel vissen gaan nog een keer flink jagen om reserves op te bouwen voor de winter.

 

Wat betekent dit voor ons?

Als visser kun je enorm je voordeel doen met kennis over de stofwisseling. Weet je bij welke temperatuur jouw doelsoort optimaal functioneert, dan kun je je visserij daarop afstemmen. In het voorjaar en najaar kun je vaak actief vissen, omdat de stofwisseling hoog genoeg is zonder dat zuurstof een probleem wordt.

De meesten zullen het wel weten, maar voor de beginners onder ons: doe er je voordeel mee!

In de zomer als het echt warm is, kan het lonen om diepere, koelere plekken te zoeken of juist te vissen in de vroege ochtend en late avond, wanneer de temperatuur iets lager is. In de winter zul je geduld moeten hebben en inzetten op momenten dat de vis kort actief wordt, vaak rond een temperatuurschommeling of zonnig weer. De stofwisseling is de motor van het vissenlichaam. Omdat vissen koudbloedig zijn, bepaalt de watertemperatuur direct hoe snel die motor draait.

 

Begrijp je hoe temperatuur en stofwisseling elkaar beïnvloeden, dan weet je beter wanneer, waar en hoe je moet vissen, en vergroot je je kansen op die keiharde aanbeet.