Jawel dames en heren, de zomer ligt definitief achter ons en niet voor niets beginnen veel vissers met snoek als de ‘r’ in de maand zit. Het is prime time voor de groenjassen. Laat je inspireren door snoekmachine Robert-Paul Wolters (RoPa) die je in 5 stappen naar jouw grote snoek leidt.
Robert-Paul Wolters
Grote snoek vangen is echt zo lastig niet. In deze periode zijn er veel vissers die met dood aas de havens bevissen en daar echt enorme aantallen metersnoeken vangen. Wat je op al die prachtige foto’s meestal niet ziet is dat de visdruk op deze stekken vaak enorm is.
En vissen, dat doe ik nog altijd voor mijn rust. Dus in plaats van de gebaande paden zoek ik in deze periode graag naar die echt grote snoeken op het open water, die ik ook nog eens alleen met kunstaas wil vangen. Spelden in de hooiberg? Misschien. Maar met deze 5 stappen komt succes een stuk dichterbij:
Stap 1> Stek
De beste stekken blijven voor mij de taluds, en dan liefst lekker scherpe taluds waar (heel) diep water direct aan een ondiep plateau grenst. Grote scholen witvis gebruiken deze taluds vaak als ‘stoeprand’ om zich te verplaatsen. Brasems kruipen vaak het talud op en af, om op het ondiepe lekker tussen de resten van vegetatie te scharrelen op alles wat eetbaar is.
Soms liggen de grote snoeken hier nog behoorlijk ondiep, ook in de winter! Maar de echte lummels liggen naar mijn mening net wat dieper, om zo’n niets vermoedende brasem vanuit de diepte te kunnen onderscheppen als deze nietsvermoedend het ondiepe af komt zwemmen… Ik focus nu dus vooral op deze taludranden en dan vooral de diepe kant er van.
Stap 2>Techniek
Omdat witvis en ook snoek zich van dag tot dag verplaatst, vis ik vooral zoekend. En dat betekent water dekken. Trollen, in mijn geval. Pas als een stek écht bewezen is, zal ik in deze periode een drift maken om deze uit te werpen, maar ik start meestal met trollen.
Ik hou daarbij de diepe kant van het talud aan en stuur in een flauwe bocht het talud op. Als ik de ‘rand’ net gepasseerd ben, stuur ik weer scherp het talud af. Het kunstaas achter de boot volgt, en zwemt zo keurig van ondiep naar diep. Daar voorbij die taludrand zwemt het kunstaas hulpeloos in de ruimte. En daar wil graag een grote snoek van profiteren. Dit herhaal ik constant, zodat ik in de praktijk in grote S-bochten het talud op en af vaar.
Stap 3> Kunstaas
Het kunstaas moet aan een paar eisen voldoen: lekker aan de maat, goed op diepte te houden en kort achter de boot te vissen. Hoe korter achter de boot, hoe beter het kunstaas reageert op mijn stuurmanskunsten, en dat is precies hoe ik het hebben wil!
Vis ik aan de diepe kant van het talud, dan hangen in 9 van de 10 gevallen grote swimbaits aan de speld. Swimbaits met lip, zoals Tommy the Trout en Mike the Pike van Westin, zijn eenvoudig op een constante diepte te vissen en zijn bewezen verleiders voor grote snoek.
Aan de ondiepe zijde vis ik graag met grote shads. Hier is de kans om wat resten van planten of bodemvuil op te pikken groter, en door de haken op de rug van de softbait te monteren hou je het aas makkelijker schoon. Ik kies nu voor de 27 cm Shad Teez, de 18 cm Ricky the Roach of de 17 cm Zander Teez, stuk voor stuk levendige en realistische shads. Vis ze gerust op een 30 of zelfs 40 grams kop: het helpt om de shad kort achter de boot te houden!
Stap 4> Materiaal
We vissen gericht op grote en sterke snoeken en het materiaal moet dus tiptop in orde zijn. Ik gebruik voor het slepen graag hengels als de W4 Powercast tot 260 gram voor de grote swimbaits, de W4 Powershad tot 180 gram voor grote shads en als handhengel gebruik ik een W6 jerkbaithengel tot 130 gram.
Daarop staan grove reels van Abu, de Beast-modellen. Hierop een lijn van tenminste 40lb, momenteel de Daiwa J-braid multicolor, wat helpt om de juiste afstand achter de boot te bepalen. Als onderlijnen gebruik ik momenteel 80lb fluorocarbon wat ik middels de FG-knoop aan de hoofdlijn bevestig.
De speld is een zwaar model en knoop ik rechtstreeks aan het fluorocarbon. Tot slot zijn ook de hengelsteunen van zware kwaliteit, want die krijgen (als het goed is) nogal eens een flinke klap te verduren!
Stap 5 > Tijdstip/periode
Deze visserij werkt fantastisch vanaf begin oktober tot en met half februari, daarna merk je dat de snoek de tactiek verandert en alweer richting het ondiepe trekt. Het is een visserij voor doorzetters en je moet echt niet na een paar uurtjes zonder aanbeet de handdoek in de ring gooien.
Hoewel de aanbeet altijd een verrassing is, heb ik gemerkt dat met name de middaguren een kleine piek kunnen opleveren. Misschien omdat het waterige zonnetje de ondieptes iets opwarmt en dit de witvis triggert om hier te gaan azen? Hoe dan ook, als het zonnetje op deze koude dagen doorbreekt ben ik altijd nét iets scherper! Het kan zomaar de snoek van je dromen opleveren.
Thanks RoPa! Met deze tips kan het niet misgaan. Vang je dikke snoeken, schroom niet ons ze te laten zien Roofmeisters!