Zo ga jij succes hebben met de seizoensopening!

22/05/2025
Zo ga jij succes hebben met de seizoensopening!

De seizoensopening is een magisch weekend, want na twee maanden op een houtje bijten, barst het weer los! In die twee maanden is er onder- en boven water veel veranderd. De rovers zijn afgepaaid, de witvis waarschijnlijk ook en de watertemperatuur is flink gestegen. Waar ga je zoeken en hoe gedragen roofvissen zich in deze tijd? Wij leggen het voor je uit!

In deze periode van het jaar moeten de vissen flink eten om de energie die ze tijdens de paai hebben verbruikt weer aan te vullen. Dit doen ze vooral in mei en juni. De watertemperatuur schiet ook omhoog, dus ook de stofwisseling van de vis en dit dwingt ze ook om meer te eten, want ze verbruiken gemiddeld meer energie om in leven te blijven. De waterplanten zijn inmiddels ook weer flink gegroeid ten opzichte van in maart, wat ook weer extra stekken oplevert!

 

Zo pak je het aan vanaf de kant!

Voor de kantvissers onder ons is dit een super leuke periode, je kunt namelijk op heel veel verschillende stekken vis verwachten. Daarbij is de activiteit ook een stuk hoger ten opzichte van de winterperiode, dus je kunt hele leuke dagen hebben. Vis vooral niet te lang op stekken als je geen actie krijgt. Dit kan in de winter nog weleens lonen om juist wel door te zetten en te wachten op het bijtmoment, maar in de zomer kun je beter doorgaan en de actieve vis zoeken.

Blijf niet te lang hangen en ga op zoek naar actieve vis!

De vis aast in deze periode veel vaker en als je niets vangt op de stek of geen aanbeten krijgt, ligt er waarschijnlijk niet veel (actieve) vis. Neem bijvoorbeeld een rivier, hier vis je vaak de kribben af en waar de meeste vissers enkel de stroomnaad afvissen, kun je ook hele goede zaken doen in het kribvak zelf. Neem deze altijd even mee met een plugje, een chatterbait of gewoon een shadje. Zeker ’s ochtends vroeg of in de avond kan de roofvis erg ondiep liggen. Als het bewolkt is, kunnen ze zelfs de hele dag ondiep blijven.

Een crankbaitje werpen over het ondiepe van een kribvak kan mooie baarzen opleveren.

Maak per krib bijvoorbeeld tien worpen rond de stroomnaad in het diepere water en kam het kribvak ook uit in een worp of tien. Krijg je aanbeten? Blijf dan zeker doorvissen! Stoppen de aanbeten weer, wissel dan eens van kunstaas, de kans is groot dat er wel nog actieve vis ligt, maar je deze net even triggert met een andere presentatie. Krijg je na al die worpen helemaal geen beet? Zoek dan de volgende krib op, zo verspil je geen tijd.

In de Suzuki Fishing Games zie je hoe Gijs met heel klein kunstaas in de polder ontzettend veel actie krijgt! Klik HIER.

Hetzelfde geldt als je vist in de polder of woonwijk op snoek. Maak meters! Je mag ook best een tandje sneller vissen dan in de winter, een roofvis als de snoek is razendsnel. Vis vooral ook niet te groot als je lekker veel actie wilt krijgen, zeker bij snoek merken we op dat in deze tijd van het jaar dat kleine kunstaas erg goed kan werken. Denk aan spinnerbaitjes, chatterbaits, crankbaits of zelfs de klassieke spinner! Lang verhaal kort: maak meters en blijf niet te lang op dezelfde plek staan als je geen beet krijgt.

 

Hoe werkt het met de boot?

Ook voor de bootvissers is het een leuke periode omdat je met werkelijk alle technieken en op eigenlijk alle soorten stekken aan de gang kunt. Je kunt dieper verticalen op snoekbaars, maar je kunt ook snoekbaars vangen tussen de waterplanten. Hetzelfde geldt voor de bootvissers: maak meters en blijf even hangen in de zone waar je aanbeten krijgt.

Snoekbaarzen laten zich maar wat vaak foppen in deze periode door groter kunstaas bestemd voor snoek.

De aasvis zit niet echt meer in grote scholen en deze zijn dan ook lastig te vinden. Brasem is nog wel te vinden, maar de kleinere aasvis verstopt zich vooral in de planten en dit weten de rovers ook. Drifts maken langs plantenvelden is een hele leuke manier om kans te maken op allerlei roofvissen. Zeker wanneer je met kleiner kunstaas vist, is elke aanbeet een verrassing. Ook de snoekbaarzen kunnen gek doen in deze periode, want deze zijn helemaal niet vies van een grote shad of jerkbait, bedoeld voor snoek.

 

Hoe speel je in op de omstandigheden?

Je hoort sommige vissers nog weleens zeggen: “Pas je aan aan de omstandigheden.” Maar wat is dat nou eigenlijk? Nou, geen dag is hetzelfde op het water en vissen hebben vinnen, dat wil zeggen dat ze lang niet altijd op dezelfde plekken liggen. Wel kun je aan de hand van de omstandigheden een beetje voorspellen waar je de grootste kansen gaat hebben op aanbeten.

In de zomer schuilen veel vissen overdag graag onder bruggen en woonboten en Amsterdam heeft daar genoeg van!

Een klassiek voorbeeld: een strakblauwe lucht, zon hoog aan de hemel en kraakhelder water. Klinkt als heerlijk weer om zelf buiten te zijn, maar onder water wordt het dan spannend. Roofvis wordt voorzichtig. In zulke situaties zoeken vissen beschutting: brughoofden, schaduwzones van bomen of boten, of begroeide oevers zijn dan ineens de plekken waar je moet zijn. Vaak zie je dat ze pas echt actief worden bij schemering of onder een wolkendek.

Een goede kabbel op het water breekt het licht en maakt het water ietwat troebeler, hierdoor worden vissen wat minder schuw, zelfs als de zon schijnt.

Is het juist wat grijzer buiten en waait het? Dan wordt de vis doorgaans minder schuw. Het oppervlak rimpelt, licht wordt gebroken, silhouetten zijn minder duidelijk, ideale omstandigheden waarin roofvis vaker en feller jaagt. Juist dan kun je ze verwachten op ondiepe platen bijvoorbeeld. Wind bepaalt ook meer dan je denkt. Niet alleen hoe je je kunstaas moet presenteren, maar ook waar aasvis en dus roofvis zich ophoudt. Een oever waar de wind op staat, wordt vaak interessanter naarmate de dag vordert.

Zitten deze knapen er of futen? Waarschijnlijk zit er dan ook ergens aasvis in de buurt.

Voedseldeeltjes worden opgestuwd, de prooivis volgt, en waar prooivis zit… juist. Wind kan ook stroming veroorzaken in stilstaande wateren, wat de zuurstofverdeling beïnvloedt. Een kleine verandering, maar eentje die een verschil kan maken tussen blanken en vangen. Inspelen op de omstandigheden begint bij observeren. Wat doet het licht? Waar komt de wind vandaan? Zie je vogels duiken of aasvis springen? Elke hint is goud waard. En durf vervolgens te schakelen. Andere plek, andere diepte, ander tempo of kunstaas. Liever dat, dan urenlang vissen op een plek die gisteren wel werkte, maar vandaag niks oplevert.

De beste vissers zijn niet degenen die het meeste geluk hebben, maar degenen die continu bezig zijn met finetunen. Die hun aanpak aanpassen op wat het water hen vertelt, in plaats van andersom! Succes Roofmeisters!